Blogpost:
Ninja Paap-Luijten
Vertel niet waar het over gaat - of wel?
Bij mijn eigen verhaal heb ik nu een fragment waarbij ik ook denk: niet te veel over zeggen. Alles wat ik erover zeg, is eigenlijk te veel. Komt-ie:
Een versleten hemd met korte mouwen. Daaroverheen een gebreide zwarte trui. Versleten, gepoetste laarzen aan zijn voeten en een zwarte wollen broek. Rymus zag in de spiegel het gezicht van een vreemde. Geen emotie bij hem te bekennen. Alsof het vooruitzicht hem alle gezichtsuitdrukkingen ontnam. In deze kleren beleefde hij de laatste dag van zijn leven. Of hij opnieuw begon of dat er aan zijn leven een einde kwam, dat liet hem nagenoeg koud. Dat hij bereid was om te sterven, dat hij daar zó zeker van was, dat gaf hem moed. De dood vreesde hij niet.
Desondanks was hij doodsbang.
Rymus haalde diep adem en duwde zacht de deur van zijn kledingkast dicht. Zijn scheerspiegel legde hij op bed. Het enige wat hij kon meenemen, waren de kleren die hij droeg. Geld had hij niet, spullen kon hij moeilijk meeslepen. Zelfs als er iets in zijn broekzak zou passen, ging hij dat niet doen. Dat kwam te dicht bij het idee van diefstal. Met wat geluk zou hij de kans krijgen een jas mee te nemen en daar moest hij dan blij mee zijn. Als hij heelhuids wegkwam, was hij ook blij. Voor zover hij dan blij kón zijn, want dit ging zwaar worden. Dit ging onnoemelijk zwaar worden.
Beneden wachtte hij. In het donker, in de kou, zat hij aan de keukentafel totdat zijn vader met het ochtendgloren beneden kwam. Zodra Markan de kleine ruimte in liep stond Rymus op. De stoel schraapte over de keukenvloer. Markan verstijfde vlak voor het aanrecht. Het vroege ochtendlicht zette de keuken in een oranje gloed en scheen het felst waar Rymus stond. Zijn vader, half in de deuropening, leek zich in schaduwen te hullen. Hij droeg zijn beste kleding, een kostuum met een wit overhemd, en in zijn rechterhand hield hij iets wat Rymus nooit eerder had gezien en waar hij niet naar probeerde te kijken. Uit alle macht hield hij zijn ogen op die van zijn vader gericht. Een man, was hij. Mannen lieten zich niet afleiden door een zwaard. Ook niet als dat zwaard zich in de hand bevond van de man tegenover hem.

Wat ik er nog wél over kan zeggen is natuurlijk - als je meer wilt lezen, het hele verhaal bijvoorbeeld, kijk dan eens op mijn site ;)
Lees verder op mijn site