Emoties overvallen mij. Tollen als een razende door mijn hoofd en lijf.
Steeds nog wel tien kilometer binnen een uur kunnen lopen bij atletiek. Plotseling was het gebeurd, liep ik achteraan en zelfs dat niet meer.
Daar is een verpleegkundige van de intensive care. Hij stelt zich voor en zegt dat ik in bed moet gaan liggen. Ik gehoorzaam braaf.
Het lijkt me een sympathieke man. Wanneer ik in bed lig, ga ik direct weer rechtop zitten, mijn hele lijf protesteert.
Je naasten maken zich grote zorgen. Dat doe je zelf ook, maar je verdringt het. Het voelt aan of je dood zult gaan. Maar dat gebeurt niet, 'dat weet je zeker'. De dokter is er toch?
Steeds nog wel tien kilometer binnen een uur kunnen lopen bij atletiek. Plotseling was het gebeurd, liep ik achteraan en zelfs dat niet meer.
Daar is een verpleegkundige van de intensive care. Hij stelt zich voor en zegt dat ik in bed moet gaan liggen. Ik gehoorzaam braaf.
Het lijkt me een sympathieke man. Wanneer ik in bed lig, ga ik direct weer rechtop zitten, mijn hele lijf protesteert.
Je naasten maken zich grote zorgen. Dat doe je zelf ook, maar je verdringt het. Het voelt aan of je dood zult gaan. Maar dat gebeurt niet, 'dat weet je zeker'. De dokter is er toch?