Van de grote verteller R. F. Delderfield werd deze omvangrijke roman niet eerder vertaald. Het is een verhaal over jonge mensen, over twee generaties die in twee wereldoorlogen vochten. In de roman wordt de periode tussen 1918-1941 gezien als een tijdvak waarin de geweldige veranderingen in de twintigste eeuw voor het eerst duidelijk aan het licht kwalmn. Tijd en handeling worden gezien door de ogen van vierhonderd opgroeiende jongens op een afgelegen school in Exmar en door die van hun leraar David Powlett-Jones. Deze David is de zoon van een mijnwerker die de gruwelen van Passchendaele tijdens de Eerste Wereldoorlog achter zich laat en een nieuwe bestemming vindt onder de scholieren die op zoek zijn naar een zinnig bestaan. Hij begint zijn loopbaar als ongediplomeerd lerrar geschiedenis en eindigt tenslotte als hoofd op de Bamfyde school. In 1941 bevindt hij zich in precies dezlfde positie als zijn voorganger die bijna honderd van zijn oud-leerlingen verloor in de oorlog van 1914-1918.
