Alphonse Jacques de Dixmude (1858-1928) is de man achter het veelbesproken standbeeld op de Grote Markt van Diksmuide. Maar zijn verhaal reikt verder dan de schaduw van de kerktoren. Alphonse Jacques de Dixmude staat op het voorplan tijdens twee belangrijke episodes in de geschiedenis van het jonge Belgie: de inrichting en exploitatie van Leopold II's Onafhankelijke Congostaat (1885-1908) en de Eerste Wereldoorlog (1914-1918). Ondanks die indrukwekkende en lange carriere draagt zijn naam, tot ver buiten de landsgrenzen, nog steeds een negatieve bijklank. De auteurs volgen Alphonse Jacques de Dixmude van aan de oevers van het Tanganyikameer en de rubberwingebieden in de klamme Congolese brousse tot aan de kille loopgraven van het IJzerfront (1914-1917) en het bloedige eindoffensief (1918). In de zoektocht naar het ontstaan van Jacques de Dixmude's negatieve reputatie scheiden ze feiten zorgvuldig van fictie. Aan de hand van nieuwe en nooit eerder gepubliceerde bronnen schetsen ze met open vizier het boeiende parcours van een opmerkelijke figuur doorheen vier decennia vaderlandse geschiedenis.
