Dit is een opmerkelijk boek. Voor het eerst schrijft een autist over zijn situatie - wat hij denkt en voelt, en hoe hij zijn omgeving en zijn handicap ervaart.
Dietmar Zöller is achttien jaar oud en autist. Als kind was hij een wat men noemt ernstig geval, maar dankzij de toewijding en de uitstekende verzorging van zijn moeder lukte het hem de 'chaos in zijn hoofd' te overwinnen.
'Ik heb al veel aspecten van mijn handicap overwonnen, maar vele andere nog niet... Ik heb vooral problemen met waarnemen. Ik zie en hoor veel. Daarom heb ik meer rust nodig dan andere mensen. Het ergert me het meest als mensen niet oprecht zijn en denken dat ze hun gevoelens kunnen verbergen. Want ik kijk dwars door hen heen. Daarom ben ik vaak liever alleen. Mensen zijn zo vermoeiend... Ik wil leven en ik wil niet aan de zin van mijn leven twijfelen. Het moet toch een betekenis hebben dat ik niet gestorven ben?
Dietmar Zöller is achttien jaar oud en autist. Als kind was hij een wat men noemt ernstig geval, maar dankzij de toewijding en de uitstekende verzorging van zijn moeder lukte het hem de 'chaos in zijn hoofd' te overwinnen.
'Ik heb al veel aspecten van mijn handicap overwonnen, maar vele andere nog niet... Ik heb vooral problemen met waarnemen. Ik zie en hoor veel. Daarom heb ik meer rust nodig dan andere mensen. Het ergert me het meest als mensen niet oprecht zijn en denken dat ze hun gevoelens kunnen verbergen. Want ik kijk dwars door hen heen. Daarom ben ik vaak liever alleen. Mensen zijn zo vermoeiend... Ik wil leven en ik wil niet aan de zin van mijn leven twijfelen. Het moet toch een betekenis hebben dat ik niet gestorven ben?