Alexis leeft in een postapocalyptische wereld waar de Spartanen, onsterfelijken uit twaalf koninklijke families met koninklijke krachten en obsceen veel rijkdom, heersen over alles en iedereen. Haar leven staat daar lijnrecht tegenover: ze is verlegen, ze stottert en ze is een weeskind wier pleegouders jaren geleden zijn verdwenen, waardoor ze nu met haar broertje in een kartonnen doos in het bos woont. Dus doet ze haar best om niet op te vallen: ze bedekt haar littekens en concentreert zich op het halen van goede schoolresultaten. Tenminste, dat probeert ze.
Totdat het gebeurt.
Uit een bloedtest blijkt dat ze deel uitmaakt van de machtige elite. Ze is een van hen. Een Spartaan. Ineens wordt ze gedwongen om naar de Spartaanse Oorlogsacademie te gaan. Daar ondergaat ze zware beproevingen om te zien of ze het in zich heeft om onsterfelijk te worden. Van de ene op de andere dag wordt Alexis omringd door schurken die haar verstikken met hun haat, obsessie en duistere bezitterigheid. Jammer genoeg voor hen hebben ze geen idee met wie ze te maken hebben...
Totdat het gebeurt.
Uit een bloedtest blijkt dat ze deel uitmaakt van de machtige elite. Ze is een van hen. Een Spartaan. Ineens wordt ze gedwongen om naar de Spartaanse Oorlogsacademie te gaan. Daar ondergaat ze zware beproevingen om te zien of ze het in zich heeft om onsterfelijk te worden. Van de ene op de andere dag wordt Alexis omringd door schurken die haar verstikken met hun haat, obsessie en duistere bezitterigheid. Jammer genoeg voor hen hebben ze geen idee met wie ze te maken hebben...
