Bij de Centrale Recherche slaat het bericht dat de Rotterdamse Bank voor een groot bedrag is bestolen in als een donderslag bij heldere hemel. De kluis, waarvan iedereen dacht dat hij niet open te breken was, is gekraakt op een manier, die bij de politie grote onrust teweegbrengt. Hier is door de onderwereld een stukje vakwerk geleverd, dat zijn weerga niet kent. Welke bank zal volgen? Maar juist omdat er slechts weinigen zijn, die zo'n slag op deze manier kunnen slaan, heeft de politie al snel een aanwijzing. Inspecteur Van Veen, in de onderwereld bekend als "Arglistig", gaat zich met de zaak bemoeien. Wanneer hij de slimme "Goof Geluk", een berucht inbreker, eindelijk arresteert, moet inspecteur Arglistig met bewijzen komen en dat kan hij niet! Een detective met een ontknoping die niemand had vermoed.
