Wanneer de moeder van de veertienjarige Tes omkomt bij een bizar ongeluk, moet ze haar geliefde stad Maastricht verlaten om bij haar vader te gaan wonen, die directeur is van een visfabriek in een stadje aan het Veluwemeer. Op haar nieuwe school wordt ze buitengesloten. Haar Limburgse accent en andere gewoonten maken het niet makkelijk nieuwe vrienden te maken. Gelukkig kan ze het wel goed vinden met haar buurjongen Maarten. Tes ontdekt dat veel klasgenoten na schooltijd in het geheim samenkomen in een eeuwenoude ijskelder. Daar belijden ze onder leiding van de demonische Geert-Jan de cultus van Ichtus, waarbinnen zelfs contact met de doden mogelijk is. Tes heeft er alles voor over om in deze groep opgenomen te worden. Als ze nog een keer met haar moeder kan praten, komt alles goed. In dit streven gaat ze over al haar grenzen heen. Maarten wil haar redden en tegelijkertijd Geert-Jan ontmaskeren als charlatan. Het drietal komt tegenover elkaar te staan in een bittere strijd op leven en dood, waarbij krachten vrijkomen die niemand had voorzien.
