Van Rosenthal was een uitstekend Kamerlid. In 1849 werd hij om zijn matigende invloed gevraagd als medeformateur van het eerste kabinet-Thorbecke. Zelf werd hij minister van Justitie. Maar Thorbecke liet zich niet temmen en zelf was Van Rosenthal te weinig doortastend. Nadat hij zijn ontslag had ingediend als minister schitterde hij in de internationale vrijmetselarij.
