De affaire-Stapel illustreert wat er kan gebeuren als de drang om te scoren de overhand krijgt over het authentieke motief van wetenschappelijke nieuwsgierigheid. Maar is Stapels misstap een uitzondering of niet meer dan het topje van de ijsberg? Hoe kan het dat gerenommeerde tijdschriften en naaste collega’s zijn fraude niet ontdekten? En waar ligt de grens tussen datamassage en fraude? Zijn de sociale wetenschappen extra gevoelig voor fraude of wordt deze hun gewoon zwaarder aangerekend? En niet het minst belangrijk: hoe valt fraude als die van Diederik Stapel psychologisch te verklaren?
			
					
			