"Ik ben een hersenspinner."
Jonos maakte een lichte buiging en wachtte een paar seconden op een applaus dat uitbleef, waarna hij op theatrale toon zijn verhaal vervolgde: "Ik ben een wezen van de nacht. Een meester in het creëren van zenuwslopende illusies! Wee diegene die mijn domein betreedt!"
"Nou?"
"Die zal de schrik van zijn leven krijgen!"
"Werkelijk? Doe eens."
Het is vijf jaar geleden dat het dorpskind Hannah het moeras betrad en de Schemerling ving. Sindsdien is de helft van Meh gehuld in duisternis en zit het jonge meisje vast in een doorgedraaide werkelijkheid. Overal ter wereld wordt er geleden onder de gevolgen van de vangst. Zelfs in het moeras. Want
hoewel Jonos zich in het begin prima vermaakte met het meelokken van de
vele verdwaalde zielen, valt er de laatste tijd niet veel meer te beleven. De mensen zijn gevlucht en zijn gebied is zo goed als uitgestorven.
Dan ontmoet hij Flok, een oersterke maar stijfkoppige dwerg. Hij haalt hem
over om hem te helpen met het bevrijden van de Schemerling, in de hoop
dat alles weer zal worden zoals het was. Maar is de aangerichte schade niet
te groot om te herstellen? De jarenlange nachtmerrie niet te gruwelijk om te
vergeten?
