De verhaalstof voor zijn romans putte Gijsen uit zijn eigen leven: een heel bijzondere reis van een katholieke Antwerpse burgerzoon die 24 jaar in New York woonde, werkte en liefhad en terugkeerde als een onwijze stoïcijn. In 1974 werd hij bekroond met de Prijs der Nederlandse Letteren, de hoogste onderscheiding die een schrijver kan behalen in de Lage Landen.