Dolf leeft alleen met zijn jongere broer en zijn moeder, nadat zijn vader aan het eind van de Tweede Wereldoorlog op de vlucht is geslagen. Zijn moeder vertelt hem dat zijn vader op reis is naar het buitenland. Maar later blijkt dat hij gevangen werd genomen als collaborateur. Het gezin moet noodgedwongen verhuizen naar een arme wijk in de stad en leeft in armoede. Dolf leert langzaam de waarheid over zijn vader kennen, en wat hij te weten komt, brengt hem erg in de war. Intussen groeit Dolf op: hij gaat naar school, logeert bij zijn oom en tante, krijgt nieuwe vrienden, maar hij wordt ook gepest door diegenen die de waarheid over zijn vader kennen. De zeldzame bezoeken aan zijn vader in de gevangenis zijn voor Dolf bovendien een echte beproeving. En toch schijnt de zon ...
