In Zin, een door de SS geleid heropvoedingskamp in Polen, vindt een joodse vrouw het lijk van een verklikker. Gewurgd. Korte tijd later wordt er een SS-luitenant gevonden. Zijn keel is van oor tot oor doorgesneden... De Berlijnse Kriminal Polizei wordt om bijstand gevraagd en een van hun kundigste mensen opent de jacht op de moordenaar. De jager: kapitein Paul Bach, veertig jaar, weduwnaar met twee opgroeiende kinderen. Hij heeft aan het Oostfront gevochten en staat op orde en vergelding van kwaad. 'Er is sprake van moord met voorbedachte rade en de wet eist dat die bestraft wordt', is zijn credo, hoewel hij gaande het onderzoek steeds meer gaat twijfelen aan de zin en de rechtvaardigheid van het regime. De prooi: de 'Engels des doods', die zijn brute moorden zonder duidelijk motief pleegt, maar wel steeds een briefje met zijn naam bij het lijk achterlaat. De verdachten: SS-luitenant Stein, die door de gevangenen 'de prins van de nacht' wordt genoemd; Avram Dobrani, voormalig strijder in het Vreemdelingenlegioen, die tegen zijn wil de leidersrol van de gevangenen opgedrongen krijgt; Bella Wallach, die haar Duitse minnaar zal moeten doden; Leo Cohen, een jonge Nederlandse homoseksueel, die met de Duitsers hoereert om zijn hachje te redden... De engel van Zin is een indringende, schokkende roman over moed en moord, over kwaad en de verplichting tegen kwaad in opstand te komen, en over liefde en loyaliteit onder de meest bizarre omstandigheden.