Op een afgelegen plek in de Frans-Vlaanderen wonen de Bliecks, een familie die is samengesteld uit een merkwaardige verzameling individuen. Onderling liggen ze vaak overhoop, naar buiten toe vormen ze een hechte clan, die doorweven is met primitieve gevoelens van haat en hartstocht. In korte, levendige monologen vertellen vijf van de gezinsleden hun eigen verhaal en hun hoogst persoonlijke kijk op de anderen en op de gebeurtenissen die het lot van het gezin naar een dramatisch hoogtepunt stuwen.