Heimwee is niet zomaar een reisverhaal. In deze bizarre roman wordt de lezer meegevoerd op de geheel verzorgde, maar uiterst buitenissige wereldreis die een groep Australische toeristen naar Afrika, Engeland, Noord- en Zuid-Amerika en de Sovjet-Unie voert. Het gezelschap verblijft in hotels waarvan Dali zou hebben gewatertand, en sjokt door felliniaanse musea die zijn gewijd aan het huwelijk, verroest ijzer of het menselijk been. Op safari in Central Park beijken de reisgenoten het ruwe paargedrag van een Newyorkse jeugdbende, en in Lenins mausoleum krijgen ze het eervolle verzoek de echtheid van het getoonde lijk te beproeven. Maar al die tijd gaat de belangstelling van de reizigers vooral uit naar de eigen kring.
