Voetstappen op de gang, in de richting van zijn voordeur. Ze houden halt.
Er is daar iemand, vlak voor de deur. Hij wacht tot er wordt geklopt.
Stilte. Een zware stilte, als een ingehouden adem. Dan is er een nieuw geluid. Metaal op metaal, het schrapen van een sleutel. Iemand opent zijn deur van buitenaf! ‘Wat doe je hier?’ vraagt hij. Kalm, redelijk. Hij heeft niets te verbergen. Althans, nóg niet. ‘En waarom –’ Hij ziet wat de indringer vasthoudt.
Dan komt de angst.
Jess is toe aan een frisse start. Haar halfbroer Ben zei dat ze altijd welkom was bij hem in Parijs. Maar als ze aanbelt bij een prachtig appartement – zou Ben zich dit echt kunnen veroorloven? – is hij niet thuis. En hij komt ook niet thuis. Hoe langer Ben zoek blijft, des te meer zorgen Jess zich maakt. Kan er iets met hem zijn gebeurd? Bens buren zijn een kleurrijk en niet bepaald vriendelijk gezelschap, maar ze zijn haar enige aanknopingspunt. Jess besluit hen te ondervragen, en ontdekt zo welke duistere geheimen er verborgen liggen achter de prachtige façade van de Rue des Amants.
