'Luister', siste inspecteur Hanaud. Zijn geoefend oor had een geluid in het huis opgevangen, boven hen:; een regelmatig, onafgebroken geluid, heel zacht, maar in dat onbewoonde, stikdonkere huis heel griezelig. Langzamerhand drong het tot Jim door wat het was. 'Het is het tikken van een klok', fluisterde hij. 'Ja, er staat een klok te tikken in een leeg huis', antwoordde Hanaud. En hoewel hij zijn antwoord meer had geademd dan gefluisterd, hoorde Jim er weer de eigenaardige trilling in die hij nu zo goed kende: de jager was het wild op het spoor...