Brandaan, de eeuwige reiziger die zich laat meevoeren naar waar het lot hem brengt, zwerft door een reeks onderling verweven vertellingen. Ruimte en tijd zijn voor hem geen obstakel: hij reist zo ver als zijn fantasie hem dragen kan.
In dit boek komt de verteller Rob van der Linden zo mogelijk nog beter op dreef dan in zijn veelgeprezen debuut De Hand , de kaars en de mot. Historie en verbeelding wisselen elkaar af in acht meeslepende humoristische en ontroerende verhaallijnen over tijd en identiteit.
