Elk van de 95 afleveringen die hij tot aan de bevrijding maakte, schreef hij vol met spottende gedichten, in het Duits en in het Nederlands, waarin hij de Duitse machthebbers en hun handlangers hekelde. De omslagen illustreerde hij met kunstzinnige montages, die doen denken aan het werk van John Heartfield. Zijn lezerspubliek bestond uit medeonderduikers, gastgevers en helpers uit het verzet. De tijdschriften vormen samen met Blochs biografie een aangrijpend oorlogsverhaal met grote thema’s als vervolging, verlies, hoop en wanhoop, maar ook de kracht van creativiteit
