's Nachts verschijnt er regelmatig een spookachtige insluiper in woningen in Helsinki. Er wordt niets meegenomen, er wordt niets vernield. Alles gebeurt geruisloos. De geheimzinnige insluiper schijnt een sleutel voor alle deuren te hebben. Vrouwen worden midden in de nacht wakker en ontdekken een onbekende in hun slaapkamer. In het ochtendlicht lijkt het allemaal een droom te zijn geweest. De politie neemt de verhalen van de vrouwen eerst niet serieus, en de vrouwen zelf gaan aan hun eigen verstand twijfelen. Inspecteur Timo Harjunpää, die de zaak moet onderzoeken, krijgt er een zware dobber aan, vooral ook omdat interne conflicten en corruptie binnen zijn afdeling meespelen. Ook in zijn privéleven loopt het niet zoals hij zou willen: onverwachts krijgt hij de zorg over zijn dementerende vader, met wie hij jarenlang geen contact heeft gehad, op zijn schouders. De roman gaat over het brandende verlangen naar intimiteit, over misdaad en over liefde. Joensuu's kracht zit in zijn beschrijvingen van de raadselen van de menselijke geest.