Er is de grote wereld met het grote huis met de grote mensen, de afstandelijke moeder, de sterke grootmoeder. En er is het kleine huis, de doos waarin je je kunt verstoppen, waarin je je kunt afsluiten voor alle prikkels van buiten, de geluiden, het licht, de werkelijkheid. Misschien is dat de reden waarom er voortdurend een waas van eenzaamheid over de kindertijd ligt. En altijd dat verlangen naar 'erbij horen', bij de doden, bij de levenden.