Hij was alomtegenwoordig in Irak. Dictator Saddam Hussein. Als klein meisje bewonderde Ashti Marben hem mateloos en schreef ze hem talloze brieven. Op zestienjarige leeftijd sloot zij zich aan bij de Baath Partij van Hussein, wat gezien haar christelijke achtergrond bijzonder was. Hiermee stelde zij niet alleen haar eigen leven in de waagschaal, maar ook dat van haar familie. In korte tijd wist zij zich op te werken tot hoofd van de vrouwenafdeling van de Baath-partij in Koi, een gebied waar vooral Koerden wonen, de vijanden van Saddam.
De armoede, angst voor de geheime dienst, voortdurende oorlogen, en het verlies van haar verloofde in de golfoorlog zorgden er uiteindelijk voor dat ze niet alleen haar geloof in Saddam verloor, maar ook in de goede bedoelingen van de Baath-partij. Vanaf het moment dat ze twijfels en kritiek begon te uiten, was haar leven in gevaar; in 1996 moest zij samen met haar broer halsoverkop Irak ontvluchten.
De armoede, angst voor de geheime dienst, voortdurende oorlogen, en het verlies van haar verloofde in de golfoorlog zorgden er uiteindelijk voor dat ze niet alleen haar geloof in Saddam verloor, maar ook in de goede bedoelingen van de Baath-partij. Vanaf het moment dat ze twijfels en kritiek begon te uiten, was haar leven in gevaar; in 1996 moest zij samen met haar broer halsoverkop Irak ontvluchten.
