‘In een halve eeuw de wereld rond’ gaat over het leven van de auteur als wereldreiziger. Het is echter geen boek met louter reisherinneringen. Een significant deel van de tekst bestaat uit kritische reflecties en historische beschouwingen die betrekking hebben op de gebieden die tijdens de besproken reizen werden bezocht. In dat opzicht heeft de tekst veel weg van het onverkorte script voor een serie tv programma’s . In deel 1 komt Europa aan de orde, aangevuld met de Maghreb en een paar landen die werden aangedaan op een overland trip naar India in 1973, zoals Iran en Afghanistan. In deel 2 komen de overige continenten aan bod. Al met al passeren er meer dan honderd landen korter of langer de revue, van Engeland in 1968 tot Argentinië in 2020. Geografisch gaan we van de Noordkaap naar Vuurland. En natuurlijk ontbreken de Trans Siberië Express, de Zijderoute en de Dogonvallei in Mali niet. Veel aandacht gaat verder uit naar de oorzaken en gevolgen van de beide wereldoorlogen die de 20e eeuw zo hebben bepaald. Reizend door Europa word je daar onvermijdelijk mee geconfronteerd, en niet alleen door het toevallig passeren van een monument.
