Martijn houdt van de bossen. En van sport. Daarom werd hij sportleraar. Als hij zijn zandbak-liefde Laura tijdens een van zijn runs tegenkomt en ontdekt dat ze zich heel vreemd gedraagt, vindt hij het zijn taak om haar bij te staan. Dat leidt ertoe dat hij kennis maakt met een leven waarin paranormale entiteiten de normaalste zaak van de wereld zijn.
Martijns lot wordt met dat van Laura verstrengeld als de bossen van Meeraert in groot gevaar blijken te verkeren. Gelukkig staan ze er niet alleen voor. Hulp is er in de vorm van een vriendelijke weerwolf, een emotionele satyr en een enthousiaste wijze-vrouw-in-opleiding.
Deze urban fantasy is lichtvoetig met een dotje meer duisternis dan “Zonnebloemen en weerwolven”. Het is een op zichzelf staand verhaal in de wereld van Meeraert, een fictief stadje ergens in Nederland.
