De bombardementsvlucht was goed verlopen. De bemanning van de Lancaster kon zich even ontspannen. Maar toen kwam er onverwachts een Messerschmitt uit het donker tevoorschijn, en de Lancaster stortte neer. Slechts twee bemanningsleden overleefden de ramp. En die twee vormden een duo, dat niet slechter bij elkaar had kunnen passen.
De een was Urquhart, een stugge Noorderling uit een oud boerengeslacht, die vroeger als beroeps in het leger gediend had en in de donkere dagen na het echec van Duinkerken naar de RAF was overgegaan. De ander was Neville, een jongen uit de upper-ten, die aan de beste Engelse universiteiten had gestudeerd.
Het lukte ze in het kleine Bourgondische plaatsje Néry-le-Château contact te leggen met het plaatselijke verzet (de Résistance). Spoedig namen ze er een sleutelpositie in. De Duitsers waren intussen begonnen met een steeds fellere klopjacht op de twee Engelsen die ervan verdacht werden het brein te zijn achter de vele sabotage-activiteiten van het Franse ‘schaduwleger’.
