In 2021 verscheen Het schriftje uit Bor, de laatste gedichten die de Hongaarse dichter Miklós Radnóti (1909-1944) als dwangarbeider noteerde in de weken voordat hij werd geëxecuteerd. Zijn reputatie als dichter was en is in Hongarije groot – zij het niet onomstreden: de huidige regering rangschikt hem onder de ‘minder belangrijke auteurs’. Ook politiek en maatschappelijk maakte hij in zijn korte leven een grote ontwikkeling door, van sensueel, paganistisch dichter werd hij, via marxistische en christelijke invloeden, een ‘getuige van zijn tijd’. De dichter als ziener, als verantwoordelijke zonder enige vrijblijvendheid.
Deze ruime bloemlezing wil de Nederlandse lezer bekendmaken met zijn diverse poëzie, die meer omvat dan oorlogstragiek. Radnóti’s werk bestaat ook uit uitbundige liefdesgedichten, natuurlyriek en polemische verzen, al blijft het altijd, bijna profetisch, doordrenkt van de dood.
Zijn laatste bundel, Schuimende hemel, heeft Radnóti nog zelf kunnen samenstellen. Het is zijn omvangrijkste verzenverzameling en vormt de culminatie van zijn dichterschap. De gedichten uit Het schriftje uit Bor, waarvan de helft nog door zijn echtgenote Fanni Gyarmati in Schuimende hemel kon worden opgenomen, vormen het huiveringwekkende slot van deze bloemlezing.
Deze ruime bloemlezing wil de Nederlandse lezer bekendmaken met zijn diverse poëzie, die meer omvat dan oorlogstragiek. Radnóti’s werk bestaat ook uit uitbundige liefdesgedichten, natuurlyriek en polemische verzen, al blijft het altijd, bijna profetisch, doordrenkt van de dood.
Zijn laatste bundel, Schuimende hemel, heeft Radnóti nog zelf kunnen samenstellen. Het is zijn omvangrijkste verzenverzameling en vormt de culminatie van zijn dichterschap. De gedichten uit Het schriftje uit Bor, waarvan de helft nog door zijn echtgenote Fanni Gyarmati in Schuimende hemel kon worden opgenomen, vormen het huiveringwekkende slot van deze bloemlezing.
