Met de nodige zelfironie schreef Walter Dornstedt deze roman over een working class hero uit het Spijkenisse van zijn jeugd. Een verhaal vol verrassende wendingen gebaseerd op persoonlijke ervaringen en historisch bronnenmateriaal, dat begint en eindigt in het hier en nu. Het decor is wisselend: nu eens Spijkenisse, een naar identiteit smachtende stad onder de rook van de petrochemische industrie, en dan weer het Botlekgebied, de oranje opgloeiende industriezone die verantwoordelijk is voor de welvaart en bevolkingsgroei van Spijkenisse.
De hoofdpersoon is Guus Mahler, een jongeman die zichzelf in zijn vrije tijd graag ziet als een romantisch-decadente kunstenaar, vrij naar Gerard Reve. Guus fietst iedere dag vanuit Spijkenisse over het kanaal naar een andere wereld, het Botlekgebied, waar hij een tijdelijke baan heeft als assistant engineer bij Esso. De raffinaderij groeit in de jaren tachtig zo snel dat er te weinig oog is voor de veiligheid van de werknemers. Op een dag gebeurt er een gruwelijk ongeluk: de Spaanse arbeider Rafael Gonzales, die Guus persoonlijk heeft gekend, wordt verpletterd door een hijskraan. Uit Rafaels persoonlijke bezittingen komt een envelop tevoorschijn waarop Guus tot zijn ontzetting zijn eigen naam ziet staan. Wat nu?
De hoofdpersoon is Guus Mahler, een jongeman die zichzelf in zijn vrije tijd graag ziet als een romantisch-decadente kunstenaar, vrij naar Gerard Reve. Guus fietst iedere dag vanuit Spijkenisse over het kanaal naar een andere wereld, het Botlekgebied, waar hij een tijdelijke baan heeft als assistant engineer bij Esso. De raffinaderij groeit in de jaren tachtig zo snel dat er te weinig oog is voor de veiligheid van de werknemers. Op een dag gebeurt er een gruwelijk ongeluk: de Spaanse arbeider Rafael Gonzales, die Guus persoonlijk heeft gekend, wordt verpletterd door een hijskraan. Uit Rafaels persoonlijke bezittingen komt een envelop tevoorschijn waarop Guus tot zijn ontzetting zijn eigen naam ziet staan. Wat nu?