Kunstenaar James Ensor was een controversieel kantelfiguur tussen de 19de en 20ste eeuw. Een Oostends icoon dat internationaal gekend was, onder andere om zijn typerende maskers en skeletten. Nochtans een uitgesproken misogyn en verstokte vrijgezel, werd Ensor heel zijn leven lang omringd door vrouwen: zijn tante Mimi en moeder Trinette in de souvenirwinkel onder zijn atelier, zijn sirene Augusta Boogaerts, de bewonderaarster Emma Lambotte en Mariette Rousseau, met wie hij een platonische relatie had. Ze cirkelden om hem heen als planeten rond de zon, of had hij hen nodig om te schitteren?
