‘Oro’, de juichkreet waarmee de Costaricaanse goudzoekers het zo fel begeerde edelmetaal begroeten, leverde de titel voor dit spectaculaire boek. Oro is een onwaarschijnlijke maar waar gebeurde episode uit het leven van de geboren avonturier Cizia Zykë, die onder de schuilnaam Juan Carlos in de Centraalamerikaanse oerwouden zijn plezier en het kostbare goud achternajaagt. Dat het fortuin hem telkens opnieuw dreigt te ontsnappen is bijzaak. Wat telt is het avontuur zelf en Zykës ontembare drift naar onalledaagse belevenissen.
Met precies achttien dollar op zak en samen met zijn bloedmooie maar ongelukkige liefde Diane begint Cizia Zykë aan een van de onstuimigste hoofdstukken uit zijn toch al ongewone leven. Na eerdere escapades als nachtclubeigenaar, als plunderaar van pre-columbiaanse grafkunst en als vrachtwagensmokkelaar heeft hij nu zijn zinnen gezet op de kolossale hoeveelheden goud die in de rotsige bodem van het schiereiland Osa, in het zuiden van Costa Rica, verborgen moeten liggen.
In dit meeslepende boek vertelt de zesendertigjarige Zykë hoe hij met een handjevol vrijbuiters de ontberingen van de jungle te lijf gaat: de legers kakkerlakken, de tropische regens en de gifslangen. En in San José, de hoofdstad van Costa Rica, vindt hij de grenzeloze corruptie op zijn weg en de narcoticabrigades die het op zijn handvoorraad marihuana hebben gemunt, en niet te vergeten de gevangenissen, die in de gastvrijheid slechts onderdoen voor de goktenten en hoerenkasten van de stad.
Kortom, Oro, is een levensverhaal waar zelfs de meest tevreden thuisblijver weleens voor één keer de hoofdpersoon van zou willen zijn.
Met precies achttien dollar op zak en samen met zijn bloedmooie maar ongelukkige liefde Diane begint Cizia Zykë aan een van de onstuimigste hoofdstukken uit zijn toch al ongewone leven. Na eerdere escapades als nachtclubeigenaar, als plunderaar van pre-columbiaanse grafkunst en als vrachtwagensmokkelaar heeft hij nu zijn zinnen gezet op de kolossale hoeveelheden goud die in de rotsige bodem van het schiereiland Osa, in het zuiden van Costa Rica, verborgen moeten liggen.
In dit meeslepende boek vertelt de zesendertigjarige Zykë hoe hij met een handjevol vrijbuiters de ontberingen van de jungle te lijf gaat: de legers kakkerlakken, de tropische regens en de gifslangen. En in San José, de hoofdstad van Costa Rica, vindt hij de grenzeloze corruptie op zijn weg en de narcoticabrigades die het op zijn handvoorraad marihuana hebben gemunt, en niet te vergeten de gevangenissen, die in de gastvrijheid slechts onderdoen voor de goktenten en hoerenkasten van de stad.
Kortom, Oro, is een levensverhaal waar zelfs de meest tevreden thuisblijver weleens voor één keer de hoofdpersoon van zou willen zijn.