Satans lied

Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog is Tom R. een jongeman die kunstgeschiedenis in Londen studeert, waar hij via François van ’t Sant betrokken raakt bij de inlichtingendienst. Vanwege zijn grote talenkennis wordt hij aangesteld als vertaler en secretaris bij talloze geheime vergaderingen. Het duurt niet lang of hij is kind aan huis bij al de geallieerde diensten. Aan het eind van de oorlog krijgt hij een positie bij de ALIU, de Art Looting Investigation Unit, die de kunstroof van de nazi’s onderzoekt en gestolen werken terug bij hun eigenaren moet brengen.

Tijdens het werken bij het Central Collecting Point in München, krijgt Tom een grote houten kist op zijn bureau waarin de dossiers zitten van zo mogelijk de meest bizarre kunstroof uit de geschiedenis, de diefstal van de Rechtvaardige Rechters. In 1934 werd dit paneel, dat deel uitmaakte van het immense religieuze altaarstuk Aanbidding van het Lam Gods, uit de kathedraal van Gent gestolen. Hoewel de politie meende dat zij de dief gevonden had, werd het kostbare paneel zelf nooit opgespoord. De nazi’s waren al niet minder gretig om het paneel terug te vinden, en besteedden er tijdens de bezettingen drie jaar onderzoek aan. Met de dossiers nu op zijn bureau, krijgt Tom de opdracht om uit te zoeken of de nazi’s het paneel hebben gevonden en het zo mogelijk aan de kathedraal in Gent terug te bezorgen.

Tijdens zijn speurtocht blijken de zaken minder transparant dan verwacht. De sporen leiden Tom naar de donkere afgrond van religieus fanatisme en het occulte nazi-gedachtegoed. Maar niet alleen de nazi’s hadden duistere motieven. Tom ontdekt een macaber netwerk waar zelfs zijn CIA-bazen en het Vaticaan in verwikkeld zijn …