Verlamming, stotteren, de 'bibbers', niet meer in staat zijn om te bewegen, tijdelijke blind- of doofheid. Dit waren de verschijnselen die voor het eerst massaal optraden bij soldaten tijdens de Slag bij de Somme in 1916. De legerartsen noemden het 'shellshock', een woord dat later vervangen werd door PTSS - posttraumatische stressstoornis.
Er ontstond paniek bij de Britse legerleiding toen veel mannen de wil om te vechten volledig kwijt leken te raken. Hele bataljons moesten worden teruggetrokken uit de frontlinies, de artsen konden geen verklaring voor dit fenomeen geven. In augustus 1916 waren er bijna 200.000 Britse manschappen gedood of gewond geraakt - op e´e´n dag vielen welgeteld 125.000 slachtoffers! De generale staf hield niet precies bij hoeveel gevallen van shellshock er waren, reden genoeg voor historicus Taylor Downing om zich in deze ziekte en het aantal slachtoffers ervan te verdiepen.
De eerste gevallen van shellshock werden nog behandeld door de soldaat een warm bad
te geven en terug naar het front te sturen. Maar die optie bleek niet realistisch toen er duizenden mannen bij de Somme aan bleken te lijden. Het waren bovendien, ook volgens hun leidinggevenden, geen zwakke of laffe mannen. De artsen en generaals hielden het op een vorm van hysterie. Het leek besmettelijk. Het moest gestopt worden.
Taylor Downing gaat in Somme dieper in op dit fenomeen. Hij vertelt het verhaal van eenheden en individuele soldaten, veel van hen waren lid van een zogeheten 'Vriendenbataljon' - hele fabrieken, dorpen en sportverenigingen waren gezamenlijk ten oorlog getrokken. Hij verhaalt over de officie¨le - vaak wrede - reacties op de ziekte. Aan de hand van feiten onthult Downing bovendien het aantal slachtoffers van shellshock - een cijfer dat veel mensen zal verbijsteren.
Taylor Downing studeerde geschiedenis in Cambridge en werkte jarenlang in het Imperial War Museum in Londen. Hij is de auteur van verschillende geschiedenisboeken, waaronder Raid op Bruneval, Spionnen in de lucht, Churchills oorlogsmachine en Stille strijders, die alle eerder bij BBNC uitgevers verschenen.
Er ontstond paniek bij de Britse legerleiding toen veel mannen de wil om te vechten volledig kwijt leken te raken. Hele bataljons moesten worden teruggetrokken uit de frontlinies, de artsen konden geen verklaring voor dit fenomeen geven. In augustus 1916 waren er bijna 200.000 Britse manschappen gedood of gewond geraakt - op e´e´n dag vielen welgeteld 125.000 slachtoffers! De generale staf hield niet precies bij hoeveel gevallen van shellshock er waren, reden genoeg voor historicus Taylor Downing om zich in deze ziekte en het aantal slachtoffers ervan te verdiepen.
De eerste gevallen van shellshock werden nog behandeld door de soldaat een warm bad
te geven en terug naar het front te sturen. Maar die optie bleek niet realistisch toen er duizenden mannen bij de Somme aan bleken te lijden. Het waren bovendien, ook volgens hun leidinggevenden, geen zwakke of laffe mannen. De artsen en generaals hielden het op een vorm van hysterie. Het leek besmettelijk. Het moest gestopt worden.
Taylor Downing gaat in Somme dieper in op dit fenomeen. Hij vertelt het verhaal van eenheden en individuele soldaten, veel van hen waren lid van een zogeheten 'Vriendenbataljon' - hele fabrieken, dorpen en sportverenigingen waren gezamenlijk ten oorlog getrokken. Hij verhaalt over de officie¨le - vaak wrede - reacties op de ziekte. Aan de hand van feiten onthult Downing bovendien het aantal slachtoffers van shellshock - een cijfer dat veel mensen zal verbijsteren.
Taylor Downing studeerde geschiedenis in Cambridge en werkte jarenlang in het Imperial War Museum in Londen. Hij is de auteur van verschillende geschiedenisboeken, waaronder Raid op Bruneval, Spionnen in de lucht, Churchills oorlogsmachine en Stille strijders, die alle eerder bij BBNC uitgevers verschenen.
