Olivia heeft zich na vele omzwervingen in haar leven gevestigd op het Griekse eiland Halemni; ze is getrouwd met een Griek en moeder van twee jonge zonen. En terwijl het turkoois van de zomer langzaam verdwijnt en plaats maakt voor het koele blauw van de herfst, blijft het levensritme op het eiland hetzelfde. Tot dat jaar. Een aardbeving treft de Turkse kust en een springvloed treft het eiland van Olivia.
Catherine is aan haar verdriet in Londen ontsnapt en heeft een vakantie in Turkije geboekt. Wanneer zij 's avonds in gedachten verzonken langs het strand loopt, opent de grond zich letterlijk achter haar en ziet zij haar hotel in elkaar storten. Na de eerste schrik realiseert zij zich opeens, dat dit een unieke kans is om een nieuw leven te beginnen.
In de weken na dit natuurgeweld arriveert een onbekende vrouw, Kitty, op het eiland Halemni, alleen en zonder bezittingen. Zij aanvaardt Olivia's uitnodiging en vindt onderdak in het oude pottenbakkershuis, maar zij waakt er angstvallig voor om haar verleden te berde te brengen.
Olivia bekruipt langzamerhand een gevoel van onbehagen en voelt zich door Kitty's komst steeds minder op haar gemak. Terwijl Kitty opgaat in de liefde die het gezin van Olivia omringt, voelt Olivia een groeiende bedreiging van haar geluk, een bedreiging die verborgen ligt in Kitty's verleden...