Toen veranderde het ritme van de trein en leek ze achteruit een lange helling af te glijden. Klik-klik-klik-klik. De wielen ratelden over de rails, met het geluid van castagnetten.
Iris Carrs vakantie in de bergen van een afgelegen uithoek van Europa is voorbij en sinds haar vrienden twee dagen eerder vertrokken zijn, staat ze alleen voor de terugreis. Getroffen door een zonnesteek op het station, pakt Iris op het nippertje de sneltrein naar Triëst en vindt ze een metgezel in Miss Froy, een vriendelijke Engelse gouvernante. Maar wanneer Iris bewusteloos raakt en weer bijkomt, is Miss Froy nergens te bekennen. De andere passagiers ontkennen iets van haar bestaan en terwijl de trein door Europa raast, raakt Iris steeds dieper verwikkeld in een vreemd en gevaarlijk complot.
