Vishnu, zwerver en klusjesman, in een appartementsgebouw in Bombay, verschuilt zich op zijn vaste plek in het trappenhuis. Hij kent alle bewoners en iedereen kent hem. Hij is hun toeschouwer, maar ook hun geweten; hij weet van hun dromen en hun daden.
Gezien door zijn ogen ontvouwt zich hun verhaal van de bewoners: de Pathaks en de Asrani's en hun ruzies om de gedeelde keuken. Mr. Jalal en zijn obsessieve zoektocht naar een hoger doel, Vinod Tajena's verlangen naar zijn verloren vrouw en de spectaculaire schaking van Kavita, de mooie maar ongeduldige dochter van de Asrani's.
Gezien door zijn ogen ontvouwt zich hun verhaal van de bewoners: de Pathaks en de Asrani's en hun ruzies om de gedeelde keuken. Mr. Jalal en zijn obsessieve zoektocht naar een hoger doel, Vinod Tajena's verlangen naar zijn verloren vrouw en de spectaculaire schaking van Kavita, de mooie maar ongeduldige dochter van de Asrani's.