Een half mensenleven later vliegen vijf van de zeven jongens van toen met hun echtgenotes naar Rome. Een van de voormalige ganggenoten blijft vanwege vliegangst in Nederland achter. Nummer zeven hebben ze al meer dan dertig jaar niet gezien. Maar dat hij, de kunsthistoricus, bij een van de monumenten klaar staat om hen rond te leiden, is niet geheel denkbeeldig.
'Vroeger komt nooit meer terug' gaat over de wisseling der seizoenen, een onbereikbare geliefde, fases in een mensenleven, haar dat verdwijnt of steeds grijzer wordt, de schijnbare tijdloosheid van de eeuwige stad. Over de tijd die onherroepelijk voorbij gaat en de poging daar weerstand aan te bieden door er een boek over te schrijven.