Terug van een avontuurlijke vakantie in Frankrijk, waarin hij de liefde van zijn leven ontmoet, bezoekt Ferdinand van Ballard zijn jeugdvriend Carel. Na een avondje ongeremd zuipen wordt hij wakker in diens studentenkamer. In de schemertoestand tussen waken en slapen, bij een forse kater en een komen en gaan van dromen, kijkt hij terug op zijn leven en herbeleeft hij zijn reis door Frankrijk, waarbij realiteit en fantasie hand in hand gaan. Zijn kindertijd werd beheerst door een chronische benauwdheid en zijn schooltijd door het plotselinge overlijden van zijn moeder, waar hij een meer dan bijzondere band mee had. Met zijn afstandelijke en afwijzende vader had hij een moeizame relatie. Lukt het Ferdinand om te gaan met de trauma’s uit zijn jeugd?