Vroeger waren dieren essentieel voor het bestaan van de mens –de kippen liepen op het erf, de paarden waren onmisbaar bij de oogst –, tegenwoordig zijn ze uit het straatbeeld verdwenen. Koeien, varkens en kippen zijn gereduceerd tot een soort vlees-, melk- en legmachines. Ondertussen worden gezelschapsdieren zoals honden en katten door ons vertroeteld en verwend.
Aan de hand van zes dieren – wolf, olifant, paard, hond, prieelvogel en bij – beschrijft Ton Lemaire in Onder dieren de praktische en symbolische betekenis die deze dieren in de loop der tijd voor ons hebben gehad. Daarbij raakt hij aan thema’s als het vegetarisme en de antropomorfisering, empathie en mededogen, instinct en intelligentie, egoïsme en altruïsme.
Lemaire neemt stelling in actuele discussies over de bio-industrie. Ook schetst hij een ethiek voor het antropoceen, het tijdperk waarin de mens verantwoordelijk is voor het in stand houden van een optimale biodiversiteit op een ecologisch gezonde planeet.
De pers over Ton Lemaire:
- ‘Ton Lemaire is een essayistische Orpheus die zijn essays als gedichten de wereld in stuurt.’ – Vrij Nederland
Over De val van Prometheus:
- ‘Een wonder van nuance, redelijkheid en diepgang. Het ideale handboek voor het denken over duurzaamheid.’ – Vrij Nederland