Lezersrecensie
Voor vrijheid, tegen onrechtvaardigheid
Hella Haasse neemt je via het leven van Joan Derk van der Capellen aan de hand mee het verleden in, naar het tijdsgewricht van de 18e eeuw, met nadruk op de jaren 70 en 80. Joan Derk van der Capellen, groeide op in Tiel, was inwoner van Zwolle en werd uiteindelijk erfgenaam van Appeltern en andere heerlijkheden.
Van der Capellen staat voor de individuele vrijheid van de mens. In zijn rol als lid van de Staten van Overijssel spreekt hij zich uit tegen de inzet van troepen uit de Republiek door de Engelsen in de onafhankelijkheidsoorlog van de Amerikanen, de nieuwe Republiek. Want, een ieder heeft het recht vertegenwoordigd te worden en de Amerikanen worden dat niet in het bestuur van Engeland.
Ook stelt Van de Capellen de onbetaalde arbeid van een x aantal dagen per jaar die boeren aan drosten en rentmeesters moeten leveren aan de orde: “Stellig zijn die diensten, naar hun aard, een vorm van slavernij.” Hij laat daar onderzoek naar doen.
Door zijn, voor toen opmerkelijke, stellingname ondervindt hij veel tegenwerking. Het is voor hem dan ook bevredigend te ontdekken dat er ook gelijkgestemden zijn. De tegenwerking is echter hardnekkig. Hij wordt op een zeker moment oneigenlijk (tegen de geldende regels) uit de Staten van Overijssel gezet. Hij raakt verzeilt, via de vrije pers, door zijn correspondentie vanuit zijn woonplaats en door bezoeken in Amsterdam in de vrijheidsstrijd van Amerika.
Ik bewonder Van der Capellen, zoals Hella Haase dat al geen ander kan beschrijven, dat hij ondanks zijn zwakke gezondheid (hij heeft, mede door zijn opvoeding, last van constipatie, aanvallen van migraine en flauwtes) waardoor hij vrijwel aan huis gekluisterd is en weinig anders kan doen dan lezen of studeren, vertalen en schrijven, toch zijn stem heeft kunnen laten horen én gelden. Hij wordt voortdurend geringschat en geminacht - als warhoofd aangemerkt - door het gangbare bestuur. Maar Van der Capellen blijft overeind, lijkt integer en kritisch te blijven en niet met dubbele maten te meten.
“… Maar ik betreur dat er bij de vorming van deze nieuwe Republiek [Amerika] toch weer sprake is van onverdraagzaamheid. Ik hoop dat men later zal betrachten de basis te verbreden, juist waar het de tolerantie betreft, en dat de Amerikanen, zodra zij hun vrijheid volkomen beveiligd zien, ook rekening zullen houden met de belangen van de arme negers, die nog zuchten onder het juk der slavernij. Het zou inderdaad gevaarlijk kunnen zijn, hen onder de huidige omstandigheden dadelijk ook allemaal vrij te laten. Maar dat niet te doen indien zich een gunstige gelegenheid voordoet, en de slavernij te handhaven in de dertien vrije staten, zou een gedragslijn zijn, totaal in strijd met de beginselen die Amerika altijd heeft beleden. Een volk dat de aanblik kan verdragen van menselijke wezens die als beesten behandeld worden, verdient de vrijheid niet! De Hollanders zijn vandaag de dag zo hard! Sinds drie jaren zijn de negers die zich op het grondgebied van onze Republiek bevinden, niet meer, zoals vroeger, vrije mensen. Ik ben de enige die geprotesteerd heeft tegen deze weerzinwekkende wet.” (1779)
Naast Van der Capellen laat Hella Haase ook tijdsgenoten passeren, zoals John Wilkes en John Adams, waardoor je als lezer de ideeën en ontwikkelingen over bestuur en vrijheid uit die tijd verhalend meekrijgt. Ik bedenk mij dat de Franse revolutie dan nog in aantocht is en dat slavernij in Amerika dan nog ruim een eeuw praktijk zal zijn (laat staan wereldwijd). Zelfs vandaag de dag zijn rechtstatelijkheid en individuele vrijheid van burgers zijn nog altijd actueel en daarmee wat mij betreft ook dit boek. In navolging van Van der Capellen is het van belang kritisch te blijven zijn ten aanzien machtsmisbruik, het naleven van wetten en het waarborgen van individuele vrijheden.
Van der Capellen staat voor de individuele vrijheid van de mens. In zijn rol als lid van de Staten van Overijssel spreekt hij zich uit tegen de inzet van troepen uit de Republiek door de Engelsen in de onafhankelijkheidsoorlog van de Amerikanen, de nieuwe Republiek. Want, een ieder heeft het recht vertegenwoordigd te worden en de Amerikanen worden dat niet in het bestuur van Engeland.
Ook stelt Van de Capellen de onbetaalde arbeid van een x aantal dagen per jaar die boeren aan drosten en rentmeesters moeten leveren aan de orde: “Stellig zijn die diensten, naar hun aard, een vorm van slavernij.” Hij laat daar onderzoek naar doen.
Door zijn, voor toen opmerkelijke, stellingname ondervindt hij veel tegenwerking. Het is voor hem dan ook bevredigend te ontdekken dat er ook gelijkgestemden zijn. De tegenwerking is echter hardnekkig. Hij wordt op een zeker moment oneigenlijk (tegen de geldende regels) uit de Staten van Overijssel gezet. Hij raakt verzeilt, via de vrije pers, door zijn correspondentie vanuit zijn woonplaats en door bezoeken in Amsterdam in de vrijheidsstrijd van Amerika.
Ik bewonder Van der Capellen, zoals Hella Haase dat al geen ander kan beschrijven, dat hij ondanks zijn zwakke gezondheid (hij heeft, mede door zijn opvoeding, last van constipatie, aanvallen van migraine en flauwtes) waardoor hij vrijwel aan huis gekluisterd is en weinig anders kan doen dan lezen of studeren, vertalen en schrijven, toch zijn stem heeft kunnen laten horen én gelden. Hij wordt voortdurend geringschat en geminacht - als warhoofd aangemerkt - door het gangbare bestuur. Maar Van der Capellen blijft overeind, lijkt integer en kritisch te blijven en niet met dubbele maten te meten.
“… Maar ik betreur dat er bij de vorming van deze nieuwe Republiek [Amerika] toch weer sprake is van onverdraagzaamheid. Ik hoop dat men later zal betrachten de basis te verbreden, juist waar het de tolerantie betreft, en dat de Amerikanen, zodra zij hun vrijheid volkomen beveiligd zien, ook rekening zullen houden met de belangen van de arme negers, die nog zuchten onder het juk der slavernij. Het zou inderdaad gevaarlijk kunnen zijn, hen onder de huidige omstandigheden dadelijk ook allemaal vrij te laten. Maar dat niet te doen indien zich een gunstige gelegenheid voordoet, en de slavernij te handhaven in de dertien vrije staten, zou een gedragslijn zijn, totaal in strijd met de beginselen die Amerika altijd heeft beleden. Een volk dat de aanblik kan verdragen van menselijke wezens die als beesten behandeld worden, verdient de vrijheid niet! De Hollanders zijn vandaag de dag zo hard! Sinds drie jaren zijn de negers die zich op het grondgebied van onze Republiek bevinden, niet meer, zoals vroeger, vrije mensen. Ik ben de enige die geprotesteerd heeft tegen deze weerzinwekkende wet.” (1779)
Naast Van der Capellen laat Hella Haase ook tijdsgenoten passeren, zoals John Wilkes en John Adams, waardoor je als lezer de ideeën en ontwikkelingen over bestuur en vrijheid uit die tijd verhalend meekrijgt. Ik bedenk mij dat de Franse revolutie dan nog in aantocht is en dat slavernij in Amerika dan nog ruim een eeuw praktijk zal zijn (laat staan wereldwijd). Zelfs vandaag de dag zijn rechtstatelijkheid en individuele vrijheid van burgers zijn nog altijd actueel en daarmee wat mij betreft ook dit boek. In navolging van Van der Capellen is het van belang kritisch te blijven zijn ten aanzien machtsmisbruik, het naleven van wetten en het waarborgen van individuele vrijheden.
2
Reageer op deze recensie