Een avontuurlijk verhaal vol vaart en spanning!

‘Een verhaal waarvan je hersens uit je neusgaten spatten…’
‘Een verhaal voor treuzeldwalers, retteketetters en snuggerbouten…’

Meneer Sleutelbeen belooft de lezer een boek vol avontuur waar je hoofd van gaat duizelen.
Hij vertelt ons het verhaal over Ben Bunsen, 10 jaar, die geen vrienden heeft op school. Dit wordt pijnlijk duidelijk wanneer er niemand op zijn verjaardagsfeestje afkomt. Maar Ben heeft wel een fantasievriend, de Wauw. Ben stelde hem voor als een soort harig, rond, zwart monster.
Tot op een dag deze fantasievriend een ‘ondenkbeeldige fantasievriend’ wordt… Hij komt niet alleen meer voor in Ben zijn fantasie, maar hij wordt ook levensecht!
Sinds de Wauw ondenkbeeldig was geworden, gebeuren er allerlei gekke dingen...

Dit verhaal spreekt tot de verbeelding. Guy Bass, de auteur, maakt gebruik van zeer gedetailleerde beschrijvingen: “Mist komt aandrijven vanaf zee, meeuwen krijsen in de lucht die donker wordt en we zien een oud huis: hoog, schots en scheef en vlak bij een kronkelende kustlijn”. Werkelijk prachtige beschrijvingen waarbij je als lezer een zeer precies beeld kan voorstellen.
Subliem ook van Guy Bass om het verhaal te laten starten door ‘Meneer Sleutelbeen himself’, een ‘bijzonder rammelskelet met melkwitte oogballen’. Een verhaal met wisselend perspectief, daar meneer Sleutelbeen zich rechtstreeks tot de lezer richt als ik-verteller en nadien wordt er dan overgeschakeld op het hij-vertelstandpunt waarbij de auteur meer beschrijft wat er gebeurt en wie er juist wat doet.
Met zijn ‘fantastiose’ vingers kan meneer Sleutelbeen bovendien deuren openen naar verborgen werelden en geheime plaatsen, iets wat in het verhaal als zeer bijzonder wordt ervaren. Er treden trouwens nog meer fantasiewezens op in dit spannende verhaal: mensen zonder gezicht, iemand die half hond / half kat is, piraten, monsters en andere vreemde wezens. De auteur zegt er ook expliciet bij dat iedereen op z’n eigen manier anders is dan anderen en dat verschil het leven leuker maakt.
De gekke woordenschat die vaak gebruikt wordt maakt het bovendien een zeer leuk en grappig verhaal, wat dacht je van ‘tureluurse toevalstreffer’ of ‘kruimelkronkels’?

Het verhaal op zich is dan al heel origineel en leuk, de illustraties vullen het verhaal zeer goed aan. Pete Williamson, de illustrator, koos voor prachtige zwart-wit tekeningen die enerzijds iets engs hebben, maar anderzijds ook een zachtere kant tonen. Net zoals in het verhaal meneer Sleutelbeen eerst tamelijk eng is, maar je toch ook een soort van sympathie ontwikkelt voor hem.

Met een beetje fantasie kom je heel ver volgens een spreuk van meneer Sleutelbeen, en dat is waar dit leesboek om draait: fantasie, maar ook vriendschap, spanning en avontuur zijn de sleutelwoorden doorheen dit boek. Vrienden zijn van onschatbare waarde!

Dit vrij dikke hardcover boek leest zeer vlot, het is opgedeeld in 20 korte hoofdstukken en is dan ook ideaal voor kinderen die niet graag dikke boeken lezen, omdat je door de vele illustraties en de vlotte schrijfstijl door het boek vliegt, iets wat kinderen wel weten te appreciëren. Perfect voor kinderen vanaf 8 jaar.

Kortom een TOPBOEK met een avontuurlijk verhaal vol vaart en spanning met een verrassend einde dat hopelijk snel vervolgd wordt.