De aanslag en de eindafrekening

1942: het ondergrondse verzet in Amsterdam pleegt een zorgvuldig voorbereide aanslag op een beruchte NSBer die evenwel door een onverwachte samenloop van omstandigheden mislukt. De bij de aanslag betrokken jonge arts Adriaan Wiering ontkomt maar wordt verraden en door de bezetter bij verstek ter dood veroordeeld. Het verzet weet hem onder een valse identiteit onder te brengen bij een gezin op Texel en hij kan als chirurg aan het werk in het plaatselijke noodhospitaal.

Tegen wil en dank is hij tenslotte getuige van de gruwelijke gebeurtenissen tijdens de laatste weken van de oorlog. Het is april 1945, grote delen van Nederland zijn inmiddels bevrijd, Hitler heeft zich in Berlijn van het leven beroofd, de oorlog lijkt voorbij. Maar dan gaat het mis op het eiland. Er zijn nog een paar duizend Duitse en Russisch-Georgische soldaten op het eiland gelegerd. De Georgische soldaten in Duits uniform, als krijgsgevangenen onder dwang ingelijfd, komen massaal in opstand en vermoorden honderden Duitse soldaten in koelen bloede.
Repressailles kunnen niet uitblijven: verse Duitse troepen worden overgezet, vaak tieners, en openen de jacht op de zwaarbewapende voortvluchtige Georgiërs die uiteindelijk natuurlijk op het eiland geen kant op kunnen.

Een ongekend (bijna) vergeten stukje vaderlandse geschiedenis, een waanzinnig verhaal.