Meer dan 5,4 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Ronald van Raak schrijft helder over het Nederland van de filosofen

Pauline Wesselink 26 augustus 2021
Denken op de dijken is ingedeeld in I Humanisten uit de polder, II Kopstukken van de Republiek, III De politiek van het Koninkrijk en IV De filosofie in de branding. Mijn kennis van filosofie, politiek en geschiedenis is door dit boek van Ronald van Raak aardig bijgespijkerd. Van Raak is beïnvloed door de significa, een taalfilosofie die zich bezighoudt met de vraag hoe door het gebruik van heldere taal een betere verstandhouding tussen mensen mogelijk is. De woorden vrijheid en democratie kan een lid van de VVD anders interpreteren dan een lid van de SP bijvoorbeeld. De wiskundige en filosoof Gerrit Mannoury, die de significa aanhing, werd in 1929 uit de CPN gezet omdat hij de politici opriep tot beter nadenken over de woorden die ze gebruikten. Binnen de communistische partij zat men niet te wachten op zo’n discussie over de eigen taal en beginselen. De taal van Mannoury spreekt Van Raak aan: filosofie als gedachtenstrijd.
Een mooi begin van dit boek vormt de geschiedenis van de monnik Odulphus, in de negende eeuw van Brabant naar Friesland gestuurd om de ketterse filosofie van Arius te bestrijden. Van Raak zat 'toevallig' op het Sint-Odulphuslyceum. Dan lees ik over weer een Brabander, Sigur, die als hoogleraar in Parijs zijn studenten over Aristoteles doceerde, niet tot tevredenheid van de gevestigde orde. Het loopt niet best af met Sigur, maar in Dantes La Divina Commedia blijft hij eeuwig leven. Het blijft spannend: met de filosoof Buridanus, rector van de universiteit van Parijs, haalde Johanna II, de koningin van Navarra, iets vreselijks uit toen hij op zoek ging naar zijn verdwenen studenten. In de lage landen werd hard gestreden om de macht, waarin Jacoba van Beieren haar rol speelde en natuurlijk Maurits van Oranje en Johan van Oldenbarnevelt aan de orde komen. Van Raak gaat samen met Mark Rutte de catacomben onder het ministerie van Algemene Zaken in op zoek naar het hoofd en lichaam van Van Oldenbarnevelt.
Een intrigerend figuur is Adriaan Boeyens, leermeester van keizer Karel V met zijn moderne devote leer ontstaan vanuit de Deventer school van Geert Groote. Hij schopte het in de zestiende eeuw zelfs tot ‘polderpaus’ in Rome. Vele boeiende figuren passeren vervolgens de revue, het zijn voor mij bekende namen als Isaac Newton, Multatuli en Domela Nieuwenhuis, maar ook onbekende als de Rijswijkse horlogemaker, de jezuïet Adriaan van Paassen, die in de negentiende eeuw veertig jaar les gaf in China. Ik lees over de heilige tand van Alfonso Salmerón, één van de oprichters van de jezuïeten, over de eerste Grondwet van ons land en over De Socratische School van Philip van Heusde. De filosoof Jacob Moleschott was de eerste Nederlandse socialist die gekozen werd in een parlement, niet in Den Haag, maar in Rome. De Groningse filosoof Gerard Heymans bleek van belang voor de vrouwenemancipatie. Pas na de Tweede Wereldoorlog, over welke tijd Van Raak tragische verhalen met betrekking tot Nederlandse filosofen schrijft, wordt een vrouwelijke hoogleraar in de filosofie benoemd: Cornelia de Vogel.
Van Raak heeft mij in zijn heldere taal een hoop bijgebracht over het Nederland van de filosofen, hoe ze dachten en filosofeerden, ideeën ontwikkelden en ze in de praktijk brachten.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Pauline Wesselink