Meer dan 5,4 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Filosofische nachtmerrie in de verre toekomst

Roderick Leeuwenhart 01 november 2022 Auteur
Schrijver Frank van Dongen vertelde mij over Het Bouwplan dat hij er een kwart eeuw mee heeft geworsteld om het op papier te zetten. Dat proces is aan het boek af te lezen: dit begeleidende werk voor zijn Ontdekking van de Mens-trilogie zit vol metaforen en onthutsende beelden. Een nachtmerrie op meerdere manieren.

De herziene uitgave uit 2022 van uitgever Iceberg Books begint met een uitdaging. Achterin het werk is er een addendum toegevoegd waarin de centrale thema’s, personages en gebeurtenissen uit het boek worden uitgelegd. Aan de lezer de keus of deze ‘blind’ erin gaat, of iets meer van een handvat wil om het verhaal te begrijpen. Dat voorspelt alvast mooi hoe complex dit werk kan zijn. Ik koos er zelf voor om van tevoren niets op te zoeken – sterker nog, het is mijn beleid om niet eens de achterkant van boeken te lezen. Kom maar op, Van Dongen.

Het Bouwplan schets een bijzonder naargeestig, of zeg maar ronduit cynisch beeld van de verre toekomst van de mens. Onze soort is nagenoeg uitgeroeid en leeft op een continent dat verscheurd is in zes zones, die elk door quasi-goddelijke Reizigers worden beheerd. Dodelijke vlakten en bossen overwoekeren de wereld, die onder de grond bestaat uit uitgestrekte tunnels die alles met elkaar verbinden. Deze tunnels en holen worden dikwijls beschreven als de binnenkanten van oude onderzeeërs die aan elkaar zijn gelast. Het verhaal laat het over aan je eigen verbeelding hoe het vroeger mis is gegaan.

Onze hoofdpersoon is Ralen, één van die ‘a-sterfelijke’ Reizigers. Hij is zijn geheugen kwijt (wellicht uit eigen keuze) en dwaalt geobsedeerd door de wereld: op zoek naar het Bouwplan. Wat dit precies is, is een compleet mysterie. Zijn het neergestorte eieren die een kwaadaardige levensvorm zullen baren? De volgende stap in menselijke evolutie? Elk van Ralens mede-Reizigers denkt hier anders over. Gedreven door botsende ideologieën sleuren zij daarop de restanten van de mensheid mee in een volgende wereldoorlog, potentieel de laatste.

Op dit moment klinkt het waarschijnlijk nog redelijk overzichtelijk, maar de uitwerking voegt hier allerlei complicaties aan toe. Het Bouwplan leest namelijk als een fragmentarisch, mogelijk asynchroon relaas van Ralen, wiens grip op de realiteit en zijn herinneringen mogen worden betwijfeld. Het boek bestaat uit 56 korte hoofdstukjes (dat leest vlot weg!) waarvan ik me op sommige plekken afvroeg of het misschien de bedoeling was ze achterstevoren te lezen. Dat illustreert hopelijk hoe lastig het is om je te oriënteren in dit verhaal: wáár zijn we, wannéér zijn we? Het narratief wordt voortgestuwd door een rusteloze Reiziger die geen seconde op dezelfde plek blijft en het verhaal is (doelbewust) een opeenhoping van herhalende omgevingen en gebeurtenissen. Ralen vlucht door tunnels, komt in een koepelstad of klein paradijsje terecht, die wordt door zijn aanwezigheid uit elkaar gerukt, hij vlucht weer terug in een tunnel.

Half apocalypsverhaal, half filosofisch traktaat over de aard van de mens. Koppel dit aan een occulte toplaag van betekenisvolle cijfers, ontmoetingen, cryptische gesprekken… en je snapt waarom dit geen instapper is. Meer vertellen zou het mysterie van het verhaal verpesten, dus tot zover de omzichtige bespreking van het plot. Vanaf hier een kritische analyse die mogelijk wél spoilers bevat, lees op eigen risico verder.

Ik genoot van het ontrafelen van deze bijzondere wereld. Het Bouwplan weet je met zijn gefragmenteerde vorm en symboliek te hypnotiseren. Het drong – voor mij in ieder geval – door tot een diepere gevoelslaag. En daar liggen soms monsters verborgen. Ralen is op zijn best een onsympathieke hoofdpersoon en soms ronduit verwerpelijk. Hij laat mensen achter, gebruikt ze voor zijn eigen genoegens en komt zijn beloftes niet na. A-sterfelijk? Eerder a-moreel. In een gruwelijk moment in het verhaal wordt zijn bewustzijn overgebracht naar het lichaam van een monsterbeest. We lezen in uitgebreid detail hoe Ralen doldraait en door (moord)lust gedreven een vrouw de modder in jaagt en haar daar verkracht terwijl hij haar in stukken rijt. Totaal abject – maar tegelijkertijd dermate knap geschreven dat je zijn opwinding voelt, de zindering van het moment, wat daarna noopt tot zelfreflectie.

Dat in tegenstelling tot de hoofdpersoon zelf. Ralens grootste onmenselijkheid – bewust of een blinde vlek van de auteur – is dat hij achteraf nooit reflecteert op deze of zijn andere gruweldaden. Hij voelt wroeging noch schaamte, maar kletst er luchtig over met een mede-Reiziger. Observerend: dát was me toch een bijzondere ervaring! Gossie.

Dit past feilloos bij de filosofie die Van Dongen door middel van zijn personages uitgebreid in de schijnwerpers zet: de mens is door zijn beschaving iets kwijtgeraakt wat inherent aan hem is. Ralen hunkert naar een terugkeer naar het elementaire bestaan van de jager-verzamelaar, die aan niets of niemand schatplichtig was en enkel bestond om zijn neigingen en lusten te botvieren: jagen, doden, neuken, vreten.

Dit is volgens mij een misvatting, een geromantiseerd beeld van de vroegste mens. De archeologische vondsten rond jager-verzamelaars laten er geen twijfel over bestaan dat ook zij lid waren van gemeenschappen, dat zij beeldjes kerfden, grotschilderingen maakten, met andere woorden cultúúr hadden. Beschaving. Gedragsregels en sociale wetten, taboes. Dat laatste zien wij zelfs terug bij de bonobo en de chimpansee, onze meest direct verwante diersoorten. De mens die puur door het id wordt gedreven – een van de centrale theses van Het Bouwplan – heeft nooit bestaan. Daarmee is de hunkering daarnaar vanuit nostalgie misplaatst en valt deze in dezelfde categorie als populisten die smachten naar een simpeler verleden ‘toen alles nog goed was’. Een fantasie.

Hoewel ik dus aantekeningen heb over de veronderstellingen van het boek over de aard van de mens, mag duidelijk zijn dat ik er wél gecharmeerd van ben. Het is een uniek werk waar de kwart eeuw aan inspanning aan af te lezen is. Van Dongen weet je mee te slepen in een fantasmagorische nachtmerrie, dringt een denkkader aan je op waar je mee kunt gaan spelen (of het verwerpen), en schept een rijke symboliek van tunnels, codes, kleuren, versmelting en transformatie. Even intrigerend als bij vlagen wreed en verontrustend.
1

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Roderick Leeuwenhart