Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Buddyread: De Coladrinkers laat de sixties herleven

op 27 januari 2019 door

Tijdens het voorstelrondje van de leesclub Het Dwaallicht van Willem Elsschot kwam deelnemer en vriend van de Literatuurclub Hugo van der Wildt met het idee om eens een boek te lezen dat al heel lang in de kast staat. Jan van de Literatuurclub was meteen enthousiast. We hadden het aanvankelijk over een werk van Johan Daisne, maar het werd uiteindelijk, op voorstel van Hugo, De Coladrinkers (verschenen in 1968) van Jos Vandeloo (1925-2015). Jan heeft het ooit gelezen voor zijn boekenlijst op de middelbare school. In zijn exemplaar, de vierde druk uit 1974, trof hij nog wat uitroeptekens in potlood aan bij passages die hem destijds opvielen. Het boek was in zijn herinnering weggezakt en hij wist zich alleen nog te herinneren dat het iets te maken had met de sixties van de vorige eeuw en dat er niet zoveel gebeurde in het boek. Voor hem een reden om het nu met de ogen van 2019 eens te herlezen. Hugo las op 3/12/2018 het artikel van de Literatuurclub over een flepper (dat is een dun boekje): "Door een reactie van mij kwamen NathalieB1 en Jan in het verhaal. Hieruit is dan de buddy-read ontstaan. Gigi Leestgraag en NathalieB1 kijken nu al uit naar het resultaat. Zo ziet U maar hoe een dubbeltje rollen kan. Langs deze weg wil ik ook Jan bedanken voor zijn hulp want ik heb geen ervaring in Buddy-reads. Please, do not shoot..."

Door: Hugo van der Wildt en Jan Stoel

Banner: Anne Oerlemans

Marnix-reeks

Toen Jan het boek pakte, kwam het verleden helemaal terug toen hij de naam Marnixpocket zag. Die pockets werden uitgegeven door uitgeverij Manteau, opgericht door Angèle Manteau. Oorspronkelijk was Manteau een importboekhandel (1932). In 1938 kwam er de uitgeverij bij, mede dankzij de financiële steun van uitgeverij Leopold. Bij Manteau publiceerden onder meer Johan Daisne, Louis Paul Boon, Hubert Lampo, Hugo Claus, Ward Ruyslinck, Jef Geeraerts, Herman Teirlinck, Paul Snoek en dus ook Jos Vandeloo. Vandeloo was de rechterhand van Angèle Manteau en werd zelfs directeur van de uitgeverij. In 1964 trad Jeroen Brouwers als secretaris en redacteur voor de uitgeverij op. Angèle verliet in 1970 de uitgeverij. De uitgeverij bleef bestaan. “Ik heb heel wat boekjes uit de Marnix-reeks en de Grote Marnixpockets (GMP) in mijn kast staan.”

eb216b019d98c5da8cdd00b3a1a7e681.jpg

(Bron foto: Wikipedia)

Over de schrijver

Jos Vandeloo werd geboren in Zonhoven en groeide op in een mijnwerkersgezin. Na de oorlog werkte hij tot 1953 als steenkoolspecialist in de mijnen en reisde hiervoor door Europa. Ondertussen studeerde hij Nederlandse en Franse Letteren aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Antwerpen en het Hoger Instituut voor Schone Kunsten te Antwerpen. 

Jos Vandeloo werd vooral bekend met De muur en Het gevaar. In 1982 werd hij fulltime schrijver.

Vandeloo beschreef in zijn werken meestal de funeste gevolgen van de moderne maatschappij, zoals eenzaamheid en vervreemding. Hij probeerde te streven naar een idealistische, paradijselijke leefwereld.

Het verhaal (samenvatting)

Er wordt een verhouding tussen een man, Droshout, en een meisje, Martine, beschreven, zich afspelend tegen het decor van een plein in een grote stad, een café waar een aantal vage figuren veelvuldig pleegt te komen. Die figuren drinken cola, behalve Droshout die het op bier houdt. Droshout is een beetje een eenzaat. Het is een vrijmoedige roman over de problematiek van jongeren in de late jaren zestig. Op zoek naar een vooralsnog ongrijpbaar en misschien niet bestaand ideaal. Het boek geeft mooi een tijdsbeeld weer. Op de achterflap staat een tekst van Willem Brandt te lezen: “Wat dit boek echter vooral interessant maakt zijn de dialogen, opmerkingen en overwegingen over de diepere drijfveren en de innerlijke gedachten van de jeugd.(…) Zo heeft Jos Vandeloo met het schijnbaar kinderachtige gedoe van love-ins en bloemenkinderen meer achtergrond gegeven.”

Gekatapulteerd

Hugo: Toen ik het boek las, werd ik teruggeworpen in de jaren zestig van de vorige eeuw. De tijd van de flower-power en de provo’s, die rebelleerden tegen de samenleving, de tijd van de demonstraties. In die tijd was in Antwerpen het Conscienceplein, met café Het Pannenhuis (nu restaurant ’t Brantsyzen) en de Muze populair. Het zou zomaar het decor van het boek kunnen zijn. In het boek wordt de tijdgeest mooi beschreven. Wist je dat het Conscienceplein het eerste autovrije plein in Antwerpen was? Kunstenaars Hugo Heyrman en Panamarenko speelden daar een belangrijke rol in.

In het boek is een tijdsgeest beschreven, via het leven van Martine en Droshout en de verhalen en gebeurtenissen in het café waar Martine werkt.

Ik was een kind van de jaren zestig en bracht veel tijd door in Antwerpen. Het opzoeken van de randinformatie heeft me terug naar mijn jeugdjaren gekatapulteerd.

fc12946f10029f991580f3aa7483f831.jpg(Cover van het boek van Jan)

De cover en titel

Jan: De cover, ontworpen door Robert Nix (overleden in 2017, is onder meer bekend van het hoesontwerp van ‘Stad en Land’ van De Kik en maakte meer dan duizend omslagen voor Uitgeverij De Geus) en Alje Olthof, roept die typische jaren zestig-sfeer op. We zien flessen Coca Cola, een referentie in het ontwerp aan de vrije moraal, vrouwen met ontblote borsten en een golvende achtergrond die wat weg heeft van de vloeistofdia’s van toen. De titel van het boek slaat op de bezoekers van de kroeg waar Martine, een van de hoofdpersonages en vriendin van het tweede hoofdpersonage Droshout, werkt. De bezoekers bestellen bijna allemaal cola. Alleen Droshout niet. Die geeft de voorkeur aan bier. Daarmee onderscheidt hij zich van de andere bezoekers. Hij hoort niet bij hen.

Hugo: Ik had een andere editie in de kast staan. Ik heb een uitgave van 1968. Daar staat een gezicht op waarvan je enkel de neus en de mond ziet. In die mond zit een bruinstaafje: een rietje met vermoedelijk cola. Een duidelijke verwijzing naar de titel.

Thema’s en verhaallijnen

Jan: Volgens mij lopen er drie verhaallijnen door elkaar. De eerste is die van de ik-figuur, Droshout. Hij bevindt zich vaak op de kamer van Martine en ze praten alleen maar over de liefde en bedrijven seks. Na de seks komt het gevoel van eenzaamheid naar voren. Maar nooit is het ordinair. Vandeloo schrijft vol gevoel en respect. De tweede verhaallijn wordt gevormd door flashbacks naar de jeugd van Dorshout, de tijd waarin strengheid en orde troef was. Het gaat vaak om traumatische belevenissen op de kleuterschool (voorbeeld geven) die Droshout bezocht. De derde verhaallijn betreft de gesprekken in de kroeg met kunstenaars en andere bezoekers. Het gaat over drugs, protestdemonstraties, de oorlog in Vietnam, langharig werkschuw tuig, nozems, straatschuimershappenings.

Het thema van het boek wordt exact aangeduid door het motto, een citaat van Guy de Maupassant: “Wat we ook voelen, wat we ook doen, welke ook de geestdrift van onze harten moge zijn, de roep van onze lippen en de druk van onze armen, wij zijn altijd eenzaam.” Dus wat iemand ook doet, hij/zij is altijd eenzaam. Naast eenzaamheid zijn voor mij de thema’s onmacht, maar ook angst en opstandigheid.

Hugo: Wat Jan schrijft, is zeer juist en ik kan er nog weinig aan toevoegen. Wat betreft de vaak traumatische belevenissen op de kleuterschool is volgens mij een reactie van de schrijver op deze toestanden. Ook krijgen we een mooie beschrijving van de sfeer in het kunstminnend Antwerpen. Het hoofdstuk ‘Het Plein’ gaat daarover. Daar het boek zo vast zit aan één periode, namelijk de sixties, zal men het boek snel vergeten, of???

De sixties

Jan: De sfeer van de zestiger jaren voel je in het boek, de flower power, love-ins. Het uitbreken van de vaste patronen, het paternalisme. Het zoeken naar de vrijheid, de vrije moraal, het verzet tegen de gevestigde orde. Maar het gaat ook over de zin van het bestaan, de liefde, eenzaamheid, bezinning op de maatschappij, angst. Vandeloo verplaatst zich in de hoofden van de jongeren van toen. Vandeloo is ook maatschappelijk geëngageerd. Ik denk aan een ander boek dat ik in de kast heb staan, Het Gevaar, waarin het gaat om de problemen die ontstaan door een lekkende kerncentrale.

Hugo: Ik heb het al gehad over Antwerpen – Het Conscience plein (zie plein/34) – Het Pannenhuis (het café van Martine). De tweede verblijfplaats na de Muze van onze jeugdige kunstenaars. En wie Muze zegt, zegt Ferre Grignard (1939 – 1982) met zijn hit ‘Drunken sailor’. Ook Wannes van de Velde was toen een groot figuur. In het Pannenhuis was op 23/2/1968 een optreden van ja wel, Pink Floyd. Te gelijkertijd gebeurt er in Nederland ook het een en het ander dat in Antwerpen zal opgepikt worden. 1965 is het jaar van de Provo´s. Hun thema´s zijn vrije liefde (komt voor in de Coladrinkers), ecologie en milieu. Roel van Duyn (filosoof) en Rob Stolk (drukker) zijn enkele van de oprichters. Ook dat jaar ontstond het witte fietsenplan van Luud Schimmelpennink die samen heeft gewerkt met Panamarenko. Hoe klein is de wereld. In 1967 komt hij in de gemeenteraad van Amsterdam en stelde voor 2000 witte fietsen voor gratis vervoer te voorzien. Het plan ging niet door. Maar het was in Nederland wel een voorloper van de OV-fiets. In alle grote steden kan men nu fietsen huren. In Antwerpen zijn deze fietsen rood en staan meestal op een plaats waar veel mensen passeren.

Voor Vlaanderen was er ook een revolte tegen de maatschappij. In 1962 krijgen we een taalgrens in België. Leuven is dan een Vlaamse stad. De Universiteit heeft een Vlaamse en een Franse vleugel onder de leiding van één bestuur. De studenten waren niet meer akkoord dat de Franse vleugel in Leuven bleef, een Vlaamse stad. Onder de leiding van Paul Goossen, studentenleider, ontstond de studenterevolte in 1968. Er werd dan een nieuwe stad gebouwd, Louvain – la Neuve, bij Ottignies.

Paul Goosens werd in 1978 hoofdredacteur van de krant: De Morgen, de opvolger van de Volkskrant die had opgehouden met bestaan. De Morgen, een krant voor de Vlaamse intellectuelen.

(Cover van het boek van Hugo)e306391e130c66e76f5f1aafd6bb75c6.jpg

Wat viel ons op

Jan: Ik herinnerde me van vroeger dat er niet zoveel gebeurde in het boek. Dat moet ik wel herzien. Als ik naar de verhaallijnen kijk, krijg ik zicht op de beklemming uit de jaren vijftig waarin kerk en staat alles bepaalden. Ik zie vervolgens de strijd van de jongeren om een nieuwe toekomst na te streven, waarin meer vrijheid heerst. Ik krijg dus mooi zicht op het tijdbeeld. Met name in de dialogen krijg je zicht op wat er zich in de hoofden van de jongeren afspeelt. Er zijn eigenlijk maar drie plaatsen van handeling in het boek: de kamer van Martine (waar het gaat om de liefde en de eenzaamheid), de kroeg waarin de jeugd elkaar opzoekt en de terugblik naar de jaren vijftig en zestig (de kleutertijd van Droshout). Niet voor niets is de opdracht van het boek ‘Voor Dicky' (waarschijnlijk de zoon van Vandeloo, Dirk, die in 1964 geboren werd) als hij groot zal zijn en het zal begrijpen.

Mij viel ook de verzorgde taal op, een taal die de verbeelding stimuleert, die vaak subtiel is. Als het gaat om de loop van het leven: “Een geruisloos voortschuivende ketting, waarin nu en dan een schakel vervangen wordt op een haast onmerkbare wijze, heel vlug en argeloos”. En het boek is nog steeds actueel. Dat laat deze passage zien:

“Zodra je over een grens stapt, ben je een buitenlander, een ongewenste, een onbetrouwbare, een verdacht individu. Precies alsof er in je binnenste of aan je buitenste wat verandert, alsof je meteen ophoudt mens te zijn.”

Hugo: Ik zie mijn jeugd weer voor me. Maar er veel me nog meer op.

Zo waren er de verwijzingen naar andere auteurs:

  • In het hoofdstuk ‘Het plein’ kijkt Droshout naar de overkant, het grijze gebouw van de stadsbibliotheek. Nu Erfgoedbibliotheek. Het standbeeld dat er voor staat, is dat van Hendrik Conscience. Hij die zijn volk leerde lezen.
  • Een van de personages in het boek, Blondeau, werkt bij een obscuur publiciteitskantoor. Ik werk bij de firma Lijmen, zegt hij. Juist, Elsschot (1882-1960).
  • “Je wist zijn tranen of, wrijft over zijn blonde streuvelharen”. Voor mij zeer duidelijk een verwijzing naar Stijn Streuvels (1871- 1969).

Naar de politiek:

  • De socialisten zijn een gematigde rechtse partij geworden, staan angstvallig aan de kant de sterksten. Verder in de tekst vinden we de actiepunten van de provo´s terug.
  • Racisme was toen ook al gekend. Er staat te lezen:
    “Dagelijks geopend vanaf 15 uur en daaronder: vreemdelingen niet toegelaten en dat in meerdere talen.” Het wij en zij gevoel dat vandaag aan de orde is met de immigratie komt ook ter sprake.
  • Er wordt gesproken over honderdduizend Hiltertjes. Iedereen is met zichzelf bezig. Maar Dorshout streeft naar een revolutie met als doel dat alle mensen fatsoenlijk zouden kunnen leven, zonder armoede en complexen, zonder financiële dwang of morele druk van willekeurige wereldlijke en geestelijke machthebbers.

Deze prachtige beeldspraak over eenzaamheid viel me op:

"We zijn nu zoals twee treinen die gelijktijdig op verschillende rails een station uitrijden. Geruime tijd blijven ze naast elkaar glijden met dezelfde snelheid. De mensen in de ene trein kijken onverschillig of geamuseerd naar de reizigers in de andere trein en omgekeerd. Ze kunnen niet eens met elkaar converseren, hoogstens een gebaar maken dat wellicht nog verkeerd kan worden uitgelegd. Allen weten dat de treinen nu spoedig van elkaar weg zullen schuiven, beiden naar een verschillende bestemming. Niets kan deze verwijdering tegenhouden, iedereen aanvaardt het, niemand vindt het idioot of verzet zich, het is volkomen logisch en normaal.” 

  • Ik kwam het woord ‘maanwerkers’ tegen. Uit het verhaal kan men afleiden dat het mensen zijn die in ploegen werken (de late of de vroege) (?).

Tot slot/waardering

Jan: Ik ben blij dat ik het boek weer eens uit de kast heb gehaald. Ik zou het boek nu vier sterren geven. Ik ga op zoek naar een nieuw vergeet-me-nietje. Wie leest er met me mee?

Hugo: Ook ik ben blij dat ik het boek voor de tweede maal heb gelezen. Door samen te lezen heb ik zeker dingen ontdekt die ik in het verleden niet heb gezien. Voor mij is het boek ook vier sterren waard. Trouwens kan ik iedereen aanraden om op de vraag van Jan in te gaan.

Reportage over het Pannenhuis en De Muze

Interview met Luc Decorte

Korte necrologie van Jos Vandeloo

Verder lezen?

e8b976eb3ba6efd05052dba669d8ba1f.jpg

Wil je spontaan of naar aanleiding van één van onze artikels jouw mening over een auteur of een boek van de daken schreeuwen, onsmeenemen op een literaire trip naar jouw favoriete stad of land, meedoen met een buddyread, boekentips delen uit een leuk vakantieland of over een bepaald thema en hiervoor een plekje krijgen op onze blogspot, stuur dan een e-mail naar hebbanwelovelit@gmail.com! Onze Club bekijkt dan of je bijdrage past binnen de visie en de planning van onze spot. Natuurlijk gaan we ook af en toe zelf actief op zoek naar jullie input!

06da41c194c0b9811e5104f01d11a32c.jpg



Reacties op: Buddyread: De Coladrinkers laat de sixties herleven

Meer informatie

Gerelateerd

Over