Meer dan 5,4 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

De Wolffs Bestiarium: een boek dat mensen beloont die nét iets nieuwsgieriger zijn

op 22 februari 2020 door

Martijn Adelmund (1977) schrijft poëzie en verbeeldingsliteratuur. Hij debuteerde in 1998 in verhalenkrant Fluisterend. Zijn boeken verschenen vanaf 2005 bij Uitgeverij A.W. Bruna. Aanvankelijk waren het verhalenbundels, maar daarna ook romans en kinderboeken, respectievelijk De Toverlantaarn (2011), Heksenwaan en Heksenkind (in 2014 en 2015, winnaar van de Hebban-award). Martijn is oud-stadsdichter van Wageningen. Hij geeft trainingen en treedt regelmatig op. Daarbij werkt hij graag samen met beeldend kunstenaars. Een terugkerend thema in zijn werk is de grens tussen feit en fictie.

Maarten de Wolff is illustrator, schilder en beeldend kunstenaar. Zijn hart ligt echter vooral in tekenen. Zijn werken zijn een verhaal over donkere en lichte fantasiewezens, altijd met een twist. Zijn tekeningen zijn zeer gedetailleerd.

(Foto links: Martijn Adelmund. Foto rechts: Maarten de Wolff)

d3d2d0031fdf6274ec807f2005affe3b.jpg

Door: Jan Stoel
Banner: Anne Oerlemans
Foto's en tekeningen: beschikbaar gesteld door Martijn Adelmund en Maarten de Wolff

Waar gaat het boek over? Anton is niet echt gelukkig. Hij slijt zijn dagen door te werken in een universiteitsbibliotheek. Als hij kennismaakt met het werk van kunstenaar Maarten de Wolff vindt hij nieuw elan. Hij ordent en alfabetiseert de tekeningen en begint een bestiarium samen te stellen. Vanaf dat moment neemt zijn leven een spannende wending. Door De Wolffs Bestiarium komt hij in aanraking met een geheim genootschap van boekdrukkers, de ware liefde en zijn eigen duistere kant. Zal Anton op het rechte pad blijven, of bezwijkt hij voor de verlokkingen van het Bestiarium?

Een cover met daarop een raaf (een zwarte depressieve vogel is de omschrijving die in het boek staat). De raaf boezemt angst in, alsof hij zeggen wil: “Laten liggen dit boek!” De bloedrode, vlekachtige letters met de tekst ‘De Wolffs Bestiarium” schrikken ook af. Maar pak dit boek op, bekijk het, lees het. Nog nooit zo’n verrassend boek gezien waarin alles zit: geschiedenis, filosofie, literatuur, poëzie, mysterie, spanning, een heel bijzondere vormgeving én fantastische tekeningen. Kortom een multidisciplinair boek. Niet in elke boekhandel te vinden, uitgegeven door een uitgeverij Quasis, een uitgeverij die verbeeldingsliteratuur uitgeeft. Maar Martijn Adelmund ken ik wel van zijn fantastische boek ‘De Stad is een jas’, ook zo’n boek waarin meerdere disciplines ineengevlochten zijn. Een boek over een Bestiarium? Bestiaria bestonden al in de oudheid en waren in de middeleeuwen populair. Ze werden als illustratie gebruikt bij allegorieën op het christelijk leven. Demonen speelden er een rol in (bijvoorbeeld de duivel met zijn bokkenpoten). In een allegorie wordt de mensen een spiegel voorgehouden. Een heel bijzonder boek. Redenen te over om de auteur eens te bevragen.

(Tekeningen. Links: Roofvogel. Midden: Klittenkraai. Recht: Kraakkraai)

2733141139e8cc7cac85141872410a57.jpg

Een bestiarium is eigenlijk een soort encyclopedie van fantasiewezens. Bij de middeleeuwse bestiaria hoorden prachtige tekeningen waardoor je kunt zien hoe bijvoorbeeld een Muscaliet eruit ziet (het lichaam van een haas, de benen en de staart van een eekhoorn, de oren van een wezel en de snuit van een mol. Het heeft slagtanden zoals een everzwijn en zijn huid is borstelig zoals dat van een varken). Maarten de Wolff heeft de tekeningen gemaakt. Hoe ben jij op het idee gekomen om daar een roman mee te gaan maken? Wat was er eerder het verhaal of de tekeningen?

Het idee voor het boek ontstond door het werk van Maarten. Voor ik begon met schrijven bood hij me het vertrouwen om zijn hele portfolio van kunstwerken door te bladeren en te zien wat me inspireerde. Hij tekende vooral dieren, dus zo is het gekomen.

Door mijn samenwerking met Iris Compiet (Voor de met een Hebban-award voor fantasy in 2014 en 2015 prijswinnende boeken Heksenwaan en Heksenkind) wist ik hoe ik die twee processen, illustreren en schrijven, kunnen samengaan. We deden het illustreren niet achteraf, zoals vaker gebeurt, maar al tijdens het creatieproces zelf.

Het is gebruikelijk om een illustrator pas in te schakelen als de tekst van een boek af is, maar met Iris Compiet heb ik samen geschreven. Met Maarten was het andersom dan gebruikelijk: eerst waren er de illustraties, daarna pas het boek eromheen. En… ik wilde een roman schrijven.

De dichter W.B. Yeats komt regelmatig voor in je boek. Ook het motto van je boek is een tekst van deze dichter. “Ik ben er niet helemaal zeker van of hij wel een duidelijk onderscheid maakt tussen het natuurlijke en het onnatuurlijke.” Waarom Yeats en waarom dit motto?

De dichter Yeats schreef en verzamelde volksverhalen, net zoals ik dat deed met mijn Mysteries in Nederland. Denk maar aan zijn Mythologies (1896). Daar komt het citaat ook uit. Het slaat daardoor een brug tussen mijn eerdere werk en dit boek.
Verder komen in de historische persoon Yeats een aantal elementen uit het boek samen. Hij had een ambachtelijke drukkerij, net als Anton, de hoofdpersoon in het Bestiarium. Daarnaast was Yeats een van de laatste magiërs. Zo leverde hij in het jaar 1900 een soort tovergevecht tegen de beruchte magiër Aleister Crowley. Hij stuurde een vampier op hem af, die de hele nacht aan hem knaagde. Inhoudelijk is het motto een hint om het plot beter te begrijpen. Meer kan ik daar beter niet over zeggen.

(Tekeningen. Links: Aankomende storm. Midden: Pad. Rechts: Verloren)

346f9c011e28365de15c5e4f8b9a749f.jpg

Voor mij is het boek een allegorie waarin je de lezers een spiegel voorhoudt. Het hoofdpersonage Anton Quist ergert zich aan de maatschappij waarin hij leeft, bijvoorbeeld de zorg, de automatisering, het marketingdenken. Hij reflecteert daarop. Hij wil het anders doen, terug naar de kern van het menszijn. Daar is hij mee bezig volgens mij.

Dat heb je goed gezien. Anton lijkt daarin wat mopperig en ouderwets, maar hij toont zich vooral in de noten heel creatief, speels en rebels - tegendraads. Daarin ligt zijn charme. Het was een leuk personage om te schrijven. 

eb7c58a010b5edc589cc54b145ecf207.jpg

Het verhaal speelt in Utrecht, Utrecht Overvecht. Je schrijft: enige mate van overeenkomst met bestaande personen, gebeurtenissen, plaatsen of entiteiten is derhalve niet geheel toevallig. Kun je daar iets meer over zeggen?

Ik heb gewerkt bij een uitgeverij in Utrecht Overvecht en later bij een Universiteitsbibliotheek in Utrecht, die nogal lijkt op de locatie waar het boek zich afspeelt. Die disclaimer dekt de lading.

Mamoun Al-Fakhiri, de bovenbuurman van Anton Quist wordt vermoord. Het is het begin van een roman, die je dus ook als een thriller kunt lezen. Mamoun kwam uit Syrië, Palmyra. Achterin je boek heb je zelfs een afbeelding van de tempel van Baal in Palmyra staan.  Waarom Palmyra?

Het is een prachtige plek, vol ruïnes, midden in de woestijn. Het zou de plaats geweest zijn waar de wijze Koning Salomo zijn tempel bouwde, daarbij geholpen door de geesten van het land. Op het moment dat ik het boek schreef, werd Syrië geplaagd door oorlog – was het wekelijks op tv. Dat contrast intrigeerde me.
Zijn wijsheid was toen ver te zoeken. Bovendien: zijn wijsheid was anders dan in de westerse traditie geen ‘boekenwijsheid’, eerder die van een vroegere orale cultuur. Deze tegenstelling tussen boekenwijsheid en levenswijsheid is een belangrijk thema in het Bestiarium. Zo is Anton zeer belezen, maar in het leven bakt hij er niks van.

Jasper Polane, schrijver, en uitgever heeft voor de vormgeving van het boek gezorgd. En die vormgeving is bijzonder. Hoe is dat proces van vormgeving verlopen? Ik zie afsnijdingen in de bladzijden, tekeningen die tekst overlappen, het toepassen van verschillende lettertypes. En toch vormt het een eenheid.

6e6ee54bcde7dc068b6566a899500ae7.jpg

Arme Jasper! Hij moet het boek wel vijf keer hebben vormgegeven. Tekst, beeld en vormgeving hingen zó samen, dat bij elke correctieronde op tekst ook hij weer flink aan het werk moest. Daarnaast heeft hij ook veel eigens aan het boek toegevoegd. Zo is het zwart achter de gedichten geen effen zwart uit het vormgeefprogramma, maar een foto van een schoolbord. Ik ben hem er heel erg dankbaar voor, want hij heeft een stukje van zijn ziel er in gelegd. Zijn vrouw, Petra, overigens ook. Ik was ook niet de makkelijkste, want ik vond dat het boek op alle niveaus naar zichzelf moest verwijzen. Toppunt was een plek in het boek, waarop ik wilde vertellen dat de gedachten van Anton soms zijn werkelijkheid overschreeuwen. Jasper kwam op het idee om de tekst in de kantlijn langzaam van grijs (de kleur van alle noten) naar zwart te laten overlopen (de kleur van de hoofdtekst). Daarnaast verschuift de kantlijn, waardoor de tekst in de marge letterlijk de bladspiegel lijkt over te nemen. 
Typografisch was dit een knap staaltje.

Wat me opvalt is de hechte structuur van je boek. Het lijkt allemaal speels, maar volgens mij is alles enorm doordacht. Je begint met een letter van het alfabet, koppelt daar dieren en demonen aan (soms ook personages; humor is nooit ver weg), schrijft vervolgens een deel van het verhaal (waar die demonen dan weer een plek in hebben) en sluit af met een gedicht. Volgens mij vormen de gedichten de samenvatting van steeds een van de reflecties van Anton. Ook die gedichten lijken zo eenvoudig, maar hebben een diepere gedachte. Ik neem er twee uit. Introspectie en Zwanenzang. Volgens mij zijn dit twee sleutelgedichten: één over wat Anton (de mens) denkt en het laatste gedicht is een soort waarschuwing.

Dit lees je goed.

(I)ntrospectie

Beheerst

en heel geconcentreerd

ontleed ik mijn inwendigheid

met als enig instrument daarbij

een donkerblauwe kroontjespen.

Met mijn handen gravend

in de warme ingewanden

zo betast ik kamers, muren, wanden

van het huis dat ooit mijn lichaam was.

Een huis dat nu schier onbewoond

als vleeshoop door het leven gaat.

(...)

't Is niet met scalpel of zaag

maar met zinnen

dat ik mij van binnen belaag.

Zo herlees ik mijn lever

en beschrijf de leegte

die rest als ik mijn hart wegneem.

Dit hart schrijf ik

beschaafd in plakjes:

alleen door de delen

herkent men 't geheel

(Fragment: gepubliceerd met toestemming van de auteur)

 

Het boek ziet er als een wetenschappelijke uitgave (zij het met een knipoog) uit: met voetnoten in de kantlijn (eigenlijk meer gedachtenspinsels van Anton Quist), met een register en met vier appendici. Wat is de functie van die appendici? Je verklaart daarmee een aantal dingen uit het boek namelijk.

Het zijn knipogen voor de oplettende lezer. Dit is een boek dat mensen beloont die nét iets nieuwsgieriger zijn. Het verklapt zaken, maar alleen aan mensen die de moeite nemen om bijvoorbeeld de appendix te lezen. Het beloont hen met extra informatie, maar het lost geen echte raadsels op. Het prikkelt, gaat een dialoog aan.

69f8f481ac25fb2e6394c1d1ca432ff6.jpg

 

 



Reacties op: De Wolffs Bestiarium: een boek dat mensen beloont die nét iets nieuwsgieriger zijn

Meer informatie

Gerelateerd

Over

Martijn J. Adelmund

Martijn J. Adelmund

Martijn Adelmund (Bennekom, 1977) schrijft poëzie en verbeeldingsliteratuur. Hij...