Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Elders Literair: digitaal platform, nieuw tijdschrift, verhalenwedstrijd

op 10 december 2022 door

“We raken al wel enigszins op gang, vinden we”

Literatuurliefhebbers hebben het natuurlijk allang ontdekt: Elders literair. Eind 2021 ging dit digitale platform van start. Tot de brede redactie ehoren Kristien De Wolf, Arjen Duinker, Diederik Gerlach, Hein van der Hoeven, Herman Jansen, Els Kort, Arjen van Meijgaard, Felix Monter, Hans Muiderman, Kees Ruys. Behalve over literatuur gaat het in Elders over beeldende kunst, fotografie, film en architectuur. Nu, een jaar later, verschijnt ook het literaire tijdschrift Elders literair, en wel in een papieren versie. Het 0-nummer is in Den Haag gepresenteerd en op 4 december in Sint-Niklaas (België). In Den Haag werd ook de winnaar bekend gemaakt van de verhalenwedstrijd die Elders lterair uitschreef. Het winnende verhaal wordt gepubliceerdin het volgende nummer van het tijdschrift en op het platform zal een interview met de auteur plaatsvinden. We spraken met twee redactieleden van Elders literair, Els Kort en Kees Ruys, twee mensen die bijna altijd achter de schermen werken, maar daarom des te belangrijker zijn.

Over de geïnterviewden:

Els Kort (Den Haag) volgde de opleiding Grafische en Typografische Vormgeving aan
de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Sindsdien heeft ze zich gespecialiseerd in typografie en het grafisch verzorgen van literaire boeken en tijdschriften. Bij het ontwerpen van haar omslagen maakt ze vaak gebruik van illustraties, foto’s of getekende of geschilderde beelden van eigen hand.
Els Kort ontwierp onder meer publicaties voor de internationale kunstuitgever Hatje Cantz Verlag, Uitgeverij In de Knipscheer, Uitgeverij Van Oorschot en de voormalige Haagse uitgeverij Valerius Pers. Daarnaast was zij redacteur, vormgever, beeldredacteur en webmaster en verzorgde ze de online en offline promotie van het voormalige literair tijdschrift Extaze.
Naast boekontwerper is zij (web)redacteur en vormgever van het nieuwe literaire platform Elders literair.

Kees Ruys (Den Haag) is fulltime schrijver. Hij debuteerde in 1986 met de roman Een afgedragen huid bij uitgeverij Van Oorschot. Daarna publiceerde hij achtereenvolgens bij Van Oorschot, Veen en Atlas romans en reisverhalen, waaronder de eerste drie delen van De randgebieden, een vijfdelige cyclus reisboeken over Indonesië. Bij uitgeverij In de Knipscheer verschenen twee biografieën van zijn hand: Alles is voor even (2013), over de schrijfster Aya Zikken, en Chris Hinze. Een biografie (2015). Zijn laatstverschenen werk is De nevelarchipel (2017) een eigen keuze uit zijn Indonesische reisverhalen, uitgebracht door Rainbow.

Tussen 2003 en 2010 was Ruys redacteur bij de Haagse literaire uitgeverij Valerius Pers, van 2011 tot 2019 gevolgd door een redacteurschap bij het literaire tijdschrift Extaze. Voor In de Knipscheer redigeerde hij literaire uitgaven in de Extaze-reeks, waaronder verhalen en romans van Rob Verschuren en Kristien De Wolf. 

Interview: Jan Stoel

Fotografie: Anneke Ruys en Angela van Tol

890725835eb287bb8885b65d3644ab48.jpg

Kunnen jullie iets vertellen over het ontstaan van Elders literair en hoe jullie daarbij betrokken zijn geraakt?

“We hebben beiden tien jaar in de redactie gezeten van Literair tijdschrift Extaze, dat in 2020 ophield te bestaan. Een doorstart lukte niet, waarna we zijn gaan nadenken over een compleet nieuw tijdschrift met een eigen insteek.” 

Als je een literair platform begint dan moet dat een gezicht hebben, een profiel. Waar staat Elders literair voor? Vanwaar de naam?

“Om eerlijk te zijn: we zochten in eerste instantie naar een sterke, sprekende naam, en niet zozeer naar een naam die een bepaald basisidee moest belichamen. Zo was het ook toen Els de naam ‘Extaze’ bedacht: gewoon een mooi woord, een mooi beeld, en met die Z relativeer je wat het woord betekent, want bij lezers van een literaire tekst denk je nu niet direct aan mensen ‘in extase’, terwijl je met die schrijfwijze direct naar Couperus verwijst, en daarmee naar een bepaalde literatuur, een bepaalde zwier en intellect grootsheid, naar Den Haag, waar we gevestigd waren, enzovoort.

Ook de naam ‘Elders’ is door Els bedacht. Het heeft iets van: niet hier, ver weg, op weg zijn (en niet aankomen), maar ook van plekken die je hebt verlaten, plekken waar je aan zou willen komen, enzovoort – een romantisch credo inderdaad, maar dat wil niet zeggen dat we per se vage, dromerige teksten willen. Het kan evengoed om een genadeloze introspectie gaan, of een absurd reisverhaal, of hopeloze brieven, pijnlijke herinneringen. In de websitetekst op onze homepage schrijven we: ‘Of het nu om “hier” of “elders” gaat, steeds is één specifieke plek het uitgangspunt.’ Die zin bracht Kees op het idee voor een rubriek die Elderselders moest gaan heten. Daarin schrijven ondertussen vijf buiten Nederland wonende Nederlandse auteurs over hun leven ‘elders’, en twee oorspronkelijk niet-Nederlandse schrijvers die hier wonen over hun ervaringen in Nederland.”          

Is Elders literair een collectief of is er toch een kapitein op schip, iemand die alle lijntjes in de gaten houdt, coördineert?

“We wilden liever geen hiërarchie en kozen voor een horizontale organisatie waarin tien mensen, ieder vanuit zijn eigen talent én beschikbaarheid, aan het tijdschrift bijdragen. Zo zijn er twee prozaredacteuren, Arjen van Meijgaard en Kees Ruys, twee redacteuren poëzie, Arjen Duinker en Felix Monter – die ook boeken bespreekt – en een man die organisatorisch en financieel de lijnen uitzet: Hans Muiderman. Els Kort is onze vormgever en digitaal promotor en ze leest waar nodig mee, Diederik Gerlach is redacteur beeldende kunst en duizendpoot Hein van der Hoeven onder meer secretaris en redacteur literaire besprekingen – die hij zelf ook schrijft, en hij beheert onze financiën. Verder hebben we Herman Jansen als eindredacteur en Kristien De Wolf als ‘ambassadeur’ in België en beheerder van onze Facebookpagina.

Natuurlijk geeft zo’n grote ‘horizontale’ redactie af en toe ook gedoe, vooral in de besluitvorming. Aanvankelijk stuurde íedereen aan íedereen alle mails die hij of zij gekregen of verstuurd had, en besloot íedereen mee over alle onderwerpen die langskwamen. Daar werden we natuurlijk allemaal krankjorum van. We proberen het onderling delen en besluiten nu steeds meer te beperken tot persoonlijk relevante of voor iedereen belangrijke kwesties.”

Ik zie dat er een duidelijke link naar België/Vlaanderen is gelegd.

“Elders is een open platform waarop een heel breed aanbod aan verhalen en gedichten binnenkomt. We zijn dan wel gevestigd in Den Haag, en driekwart van de redactie woont er zelf, maar de standplaats van een blad zegt tegenwoordig weinig meer over de herkomst van de inzenders.Nu googelt een schrijver die wil publiceren op een trefwoord en krijgt hits met tijdschriften die overal binnen het taalgebied gevestigd kunnen zijn. Met het zoekwoord ‘literair tijdschrift’ kan hij bovendien ook in Vlaanderen uitkomen – of eventueel zelfs in de West.

Doordat betrekkelijk veel inzendingen uit Vlaanderen afkomstig zijn, werd het steeds handiger om ook daar een redactielid te hebben. Dat werd Kristien De Wolf, zelf een geweldige, onderbelichte schrijver, maar dat terzijde. Kristien onderhoudt voor ons dus onder meer contacten met Vlaamse schrijvers en organiseert de Belgische presentatie van ons eerste papieren nummer, met daarin onder andere twee Vlaamse auteurs. Op die presentatie treedt bovendien Marjanne Sevenant op, de Vlaamse winnares van onze verhalenwedstrijd. De twee andere genomineerden waren trouwens ook Vlamingen. Ook zij vinden hun weg naar Elders literair dus blijkbaar vrij gemakkelijk.”

Els: Kun je iets vertellen over de manier waarop je met vormgeving binnen het platform werkt, hoe je dat aanpakt, hoe je denkt?

“Waarschijnlijk door mijn opleiding grafische en typografische vormgeving aan de KABK in Den Haag heb ik een voorliefde voor een klassieke stijl overgehouden. De vorm is daarin dienend aan de inhoud; typografie en leesbaarheid staan voorop. Maar honderd procent ‘klassiek’ is mijn werk ook weer niet. Recensent Ezra de Haan schreef eens in een bespreking: ‘Haar stijl oogt klassiek, maar heeft altijd een twist. Beschaafd avantgardistisch is, denk ik, de beste omschrijving’.

Naast mijn redacteurschap en het vormgeven van Elders werk ik in opdracht aan het vormgeven van boeken. Voor ik daaraan begin – of beter, kán beginnen – wil ik wel weten wat het is waar ik een buitenkant voor zoek. Als ik een boek niet heb gelezen, lukt me dat niet. Inhoud en vorm mogen elkaar niet hinderen, ze moeten elkaar versterken.

Bij dit nieuwe literaire project Elders literair heb ik een ‘vertaalslag’ gemaakt van de inhoud van de bijdragen én het Elders-credo naar een website, en dan nu naar een papieren tijdschrift Elders. Voor mij was het van begin af aan duidelijk dat alles gebaseerd zou moeten zijn op ‘ruimte’ en een soort landschappelijkheid, maar dan wel met die hiervoor al aangehaalde twist. Ook het woordbeeld heeft een open karakter. Daarnaast moest het iets van ‘zoeken’ uitstralen, want een project dat ‘Elders’ heet kan moeilijk aan een statisch beeld gekoppeld worden. De vorm moet kantelen, bewegen. Misschien is ‘het waarnaartoe’ onduidelijk of is er helemaal geen horizon – of een scheve – maar dat past bij Elders. Sowieso, want wie begint er nou in deze tijd een literair tijdschrift?”

Kees: Kun je iets vertellen over de wijze waarop je redigeert, met teksten omgaat, feedback geeft aan schrijvers?

“Aan het eigenlijke redigeren gaat het beoordelen van een ingezonden stuk vooraf. Dat gaat in eerste instantie vrij intuïtief. Je oordeelt op basis van alles wat je in je leven hebt gelezen en ervaren; dat bepaalt je kritische blik én je ontvankelijkheid. Een breekbaar evenwicht, want te veel lezen kan wel eens resulteren in een te rationele benadering en een verminderde ontvankelijkheid voor werk dat zich niet onmiddellijk laat doorgronden of waarin ‘grote gevoelens’ domineren. Op zich is kritisch, ‘zuinig’ lezen goed – een sterke literaire tekst doet het immers met weinig – maar daarin kun je ook doorschieten, te snel oordelen. 

Bij Extaze deed ik naast het beoordelen van inzendingen ook tekstredactie. Dat doe ik strikt genomen nu niet meer. Maar je kunt er niets aan doen: terwijl je leest, zie je vanzelf ook wat er mis is of wat beter had gekund, en onwillekeurig maak je daar correcties bij, en doe je voorstellen, waar onze eindredacteur Herman Jansen op zijn beurt dan weer het zijne mee doet.

Heeft een verhaal potentie, maar zou het naar mijn idee net iets anders kunnen worden opgebouwd of uitgewerkt, dan neem ik contact met de schrijver op. Eigenlijk is dat misschien wel het aardigste deel van het werk, vooral als het om talentvolle, nog onbekende mensen gaat. De besten onder hen behoeven weinig redactie, maar een stimulans kunnen ze vaak wel goed gebruiken. In mijn jaren bij Extaze en nu bij Elders kom je af en toe exceptionele talenten tegen, zoals Rob Verschuren en Kristien De Wolf, en meer recent Tyche Tjebbes, van wie in het papieren tijdschrift een verhaal is opgenomen. Daarmee mogen kennismaken is voor mij de mooiste kant van bij een tijdschrift werken.”

Is alles wat jullie doen gratis? De passie spat ervan af. Het digitale platform ziet er prachtig uit, er staan heel wat bijdragen op en de variatie is groot: podcasts, essays, proza en poëzie, literaire bijdragen over plekken ‘elders’, vlogs, de onderdelen ‘bekijken’, ‘beschouwen’, ‘bespreken.’ Het is niet niks.

“Dank voor het compliment! Hoewel we geen van alleen twintigers of dertigers meer zijn, is de gedrevenheid om er iets moois van te maken bij iedereen inderdaad groot. En inderdaad doen we het vrijwel allemaal vrijwillig, zonder enige vergoeding. Alleen Els, die van het vormgeven moet leven, krijgt een klein uurbedrag betaald. We hopen dat we op den duur, zodra we ons bestaansrecht enigszins bewezen hebben, voor een periode structureel subsidie kunnen krijgen. Als dat lukt, zal die intussen niet in eerste plaats naar redacteuren gaan, maar naar auteurs en beeldend kunstenaars van wie we werk opnemen. Zodra je kunt betalen, wordt de keuzeruimte voor een tijdschrift groter. Welbeschouwd is het een klein wonder als je zonder geld een tijdschrift van hoog literair niveau kunt opzetten. Ik wil niet zeggen dat je dat nu al van ons kunt zeggen, maar we raken al wel enigszins op gang, vinden we zelf.”   

010a0d04e69377f41e29889083509e38.jpg

Waarom een papieren tijdschrift?

“Het blijft opmerkelijk dat ‘papier’ in de waardering bij een meerderheid van lezers nog steeds prevaleert boven het digitale. We hebben de indruk dat we dat ook een rol speelde bij onze verhalenwedstrijd. We kregen achtenvijftig inzendingen, terwijl de ‘beloning’ toch niets meer was dan de plaatsing van het winnende verhaal in ons volgende papieren nummer. We kunnen het niet bewijzen, maar het heeft er alle schijn van dat het er minder zouden zijn geweest wanneer de prijs een publicatie op ons digitale platform had betroffen.

Daarnaast vinden we het zelf ook spannend om iets afgeronds te maken. Op de website rolt alles eeuwig door en kun je onbegrensd terugzoeken. In een tijdschrift staat een beperkte, eenmalige selectie. Die selectie samenstellen is een opgave op zich. Moet het een thematisch geheel zijn of juist een dwarsdoorsnede zonder onderling verband? In het geval van ons nulnummer kozen we voor een combinatie. Een aantal van de stukken houdt thematisch verband, terwijl andere – zoals de getekende bijdrage van Cedric ter Bals – juist tegenpolen vormen ten opzichte van de rest. Maar wat natuurlijk voor alle bijdragen geldt, is dat ze tot het beste moeten horen wat we in deze periode binnen hebben gekregen. Daaronder vallen ook bijdragen die in de voorafgaande periode op ons digitale platform zijn gepubliceerd. In ons eerste nummer zijn dat de verhalen van Alara Adilow, Michiel van den Berg en Dirk Van Boxem.”

Wat treft de lezer aan in het eerste nummer?

“Een mengeling van essays, gedichten, verhalen en beeldende kunst. Zo staan er polaroidfoto’s in van Els Kort en een getekende strip van kunstenaar Cedric ter Bals, ingeleid door Diederik Gerlach. Behalve het al aangehaalde essay van Jan-Hendrik Bakker, ‘De terugkeer van een verdronken meisje’, hebben we verder een essay van Hans Muiderman rond het werk van de Belgische kunstenaar David Claerbout en een verhaal van Gerard Termorshuizen over de exorbitante, in Nederlands-Indië gebouwde Villa Isola en haar initiatiefnemer, de Indische persmagnaat Dominique Berretty. Verder hebben we een Indonesisch reisverhaal en in memoriam van Kees Ruys en vijf kortere en langere verhalen van Alara Adilow, Michiel van den Berg, Tyche Tjebbes, Dirk Van Boxem en Rob Verschuren. Ten slotte staat er poëzie in van vier dichters: Arjen Duinker, Anne Vegter, Jana Arns en het zeventienjarige talent Pieter Dolmans.”   

Een tijdschrift samenstellen, drukken, vormgeven, verkopen, distribueren is geen sinecure. Ik kwam Uitgeverij In de Knipscheer tegen. Franc Knipscheer is een enthousiaste literatuurbevorderaar/uitgever. Hoe is die relatie met die uitgeverij ontstaan?

“Franc Knipscheer was ook de uitgever van Extaze. Daarnaast hebben verschillende Elders-schrijvers (onder wie Rob Verschuren) en vijf redactieleden werk bij In de Knipscheer uitgebracht: Kristien De Wolf, Hans Muiderman, Hein van der Hoeven, Arjen van Meijgaard en Kees Ruys. Dat we de onvermoeibare pionier Franc Knipscheer hebben gevraagd of hij bereid was Elders literair uit te geven, hield zeker met deze onderlinge verwantschappen verband. Maar uiteraard ook met de uitgever zelf: ‘De kleurrijkste van Nederland, voor avontuurlijke lezers’, heet het op de In de Knipscheer-website. Zo publiceerden ze een lange rij titels van Surinaamse, Antilliaanse, Afrikaanse, Caraïbische en Zuid-Amerikaanse schrijvers en dichters en iets van vijftig titels die verband houden met Indonesië en Nederlands-Indië. ‘Kleurrijk en divers’: het ligt niet ver van een woord als ‘elders’.     

Ook het laten drukken en distribueren nam de uitgever voor zijn rekening. Het overige werk eraan – het samenstellen en vormgeven van de uitgaven – ligt helemaal in handen van Els Kort.”

Als ik al die activiteiten bezie dan lijkt het me logisch dat jullie ook op het idee kwamen van een verhalenwedstrijd. ‘Vertragen – verwijlen’ is overigens een schitterend thema dat helemaal bij Elders literair past.

“De wedstrijd is best een succes geworden, vinden we zelf, niet alleen vanwege het onverwachte aantal inzendingen – achtenvijftig – maar ook gezien de gemiddelde kwaliteit ervan. Naast de drie genomineerde verhalen, waar we het vrij snel over eens waren, staan er verschillende bijdragen op de longlist van vijftiendie we in de loop van de tijd op onze website willen plaatsen, en een of twee ervan misschien ook nog in een van de komende ‘papieren’ nummers.

Ook de reacties die we op nieuwsberichten op de website kregen waren bemoedigend. Zodra onze Belgische presentatie van het nulnummer – één dag voor Sinterklaas in Sint-Niklaas, echt waar – achter de rug is, gaan we ook de verhalenwedstrijd evalueren. In aanleg is het zeker voor herhaling vatbaar, al zou het een volgende keer ook een gedichten- of essaywedstrijd kunnen worden. Alleen: aan een wedstrijd zit een openbare bijeenkomst vast, en we weten nog niet of we daar steeds weer geld en mankracht voor zullen hebben.

Dat geldt sowieso voor presentaties. We zouden het op zich graag blijven doen, bij elk nieuw nummer, want je creëert er toch een wisselwerking mee met je publiek, waar op den duur idealiter een gestaag uitdijende kring van Elders-geïnteresseerden uit zou kunnen voortvloeien.”

5f2bde0a427b90ba6fb40272ce98b6af.jpg

Kunnen jullie iets vertellen over het keuzeproces om te komen tot de winnaar?

“De drie juryleden Hans Muiderman, Els Kort en Kees Ruys hebben alle verhalen gelezen zonder de namen van de auteurs te kennen. Dat werkt het zuiverst, want onwillekeurig kan een naam je toch beïnvloeden – doordat je diegene persoonlijk kent; hem of haar mag of juist haat; doordat je eerder werk van iemand hebt gelezen dat je wel of niet bevallen is, et cetera.

Elk van de juryleden stelde daarna een persoonlijke top-5 op, waaruit we in een vergadering tot drie genomineerden kwamen, en eigenlijk ook meteen al tot een winnaar. Wat daarbij voorop stond was, zoals altijd, de literaire kwaliteit. Het tweede criterium was de vraag in hoeverre of op welke manier iemand zich aan het opgegeven thema had gehouden. In het verhaal ‘De herder en de zwermer’ van Marjanne Sevenant, de winnaar, was het er allemaal: vloeiend en beeldend geschreven, een eigen idioom en een schitterend verhaal, dat in alles het thema ademt.” 

Jullie stimuleren auteurs in hun ontwikkeling, gaan verder dan alleen maar een verhalenwedstrijd uitschrijven. De drie genomineerden gaan ‘grondige individuele feedback’ van de redactie van Elders literair ontvangen? Wat moet ik me daarbij voorstellen?

“Dat we dat van tevoren hebben aangegeven was misschien wat ondoordacht van ons, want ja: wie wint is goed, en wie goed is behoeft in aanleg geen ‘feedback’. Dat is ook zeker het geval bij de drie genomineerden. Wat zouden we hen moeten vertellen, behalve datgene wat we in ons juryrapport over hun werk hebben gezegd? Eigenlijk niets. Bij een aantal schrijvers van wie een verhaal op de longlist is terechtgekomen zou feedback wel op zijn plaats kunnen zijn. Waarom zijn wíj niet genomineerd? Wat scheelt er aan onze bijdragen? Tot nu toe is die vraag nog niet gekomen. Of nee: toch, maar dan van een schrijver die buiten de longlist viel. Omdat diegene in de ogen van de jury wel talent heeft, maar de verhaallijn in zijn bijdrage niet helemaal overtuigend uitwerkte, hebben we hem in een mail iets over onze leeservaring geschreven.”

Al ideeën over de toekomst?

“Voorlopig is het stap voor stap in leven proberen te blijven. Dat wil zeggen: optimaal ons werk blijven doen, hopen dat er iets moois binnenkomt – en ook dat er iets binnenkomt wat minder mooi is, maar wel onontbeerlijk: geld. Als we de eerste paar jaar overleven, wordt de kans wat groter dat we een subsidiegever vinden die iets in ons ziet. Dat zou vooral de kwaliteit ten goede komen. Je kunt dan immers gericht schrijvers en kunstenaars benaderen, waar het nu voornamelijk afwachten is: wat komt er binnen? Mocht dat in een periode onvoldoende zijn, dan moet je toch een blad vol zien te krijgen, want je hebt inmiddels abonnees. Bovendien zou je met betere financiën zo af en toe gericht een themanummer kunnen maken, doordat je een essayist zou kunnen vragen die daarbinnen past. En ten slotte zou het uiteraard ook leuk zijn als er iets voor de redactieleden overblijft, al was het maar bij wijze van bedankje. Zoiets stimuleert toch ook om ermee door te gaan.”

Kijk ook op: www.eldersliterair.nl

d0b6caf555696815ea3c087355838892.jpg



Reacties op: Elders Literair: digitaal platform, nieuw tijdschrift, verhalenwedstrijd

Meer informatie