Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Inge van der Krabben: De kracht van vrouwen zit in verhalen

op 13 maart 2019 door

Inge van der Krabben (1972) studeerde Algemene Letteren aan de Universiteit van Utrecht. Zij is auteur, blogger en docent creatief schrijven. In 2015 debuteerde ze met de roman Tot waar we kijken kunnen. Dit boek stond op de shortlist van de Hebban Debuutprijs 2016.

In je dromen ga jij is een familieroman over drie generaties Marokkaanse vrouwen in Nederland en het familiegeheim dat hen verbindt. Het is een boek waarin veel te ontdekken is. Inge wilde graag meewerken aan een interview voor Hebban. Een prachtige mogelijkheid om de auteur wat beter te kennen en met haar het boek nader te beschouwen.

Interview: Jan Stoel

Banner: Nathalie v.d. Dobbelsteen

Korte samenvatting boek: 

Op het sterfbed van haar moeder krijgt de veertigjarige Mariam een opdracht die haar leven op zijn kop zet: "vind mijn eerstgeboren zoon voor ik sterf, maar houd het geheim." Kan ze voldoen aan de laatste wens van Safia? Overweldigd door vragen en emoties regelt Mariam haar vertrek naar haar geboorteland Marokko. Aya, Mariams dochter, staat op het punt van trouwen. Ze heeft haar ouders ook iets op te biechten, maar is bang om haar hart te volgen. In Marokko leert Mariam een andere kant van Safia en van zichzelf kennen. Vindt ze op tijd de verloren broer? 

Het kernthema in het boek is onderzoeken wie je bent en wat voor jou belangrijke waarden zijn in het leven. De drie vrouwelijke hoofdpersonen wonen in Nederland. Door de confrontatie met de samenleving verandert het denken en het naleven van tradities/regels, de positie van de vrouw. Ook de rol van de man verandert. Er ontstaat een nieuw evenwicht in het omgaan met de traditionele waarden in de moderne maatschappij. Aya spreekt over ‘koorddansen tussen twee culturen’ en ‘trekt draden van vrouw naar vrouw, oud en jong, van cultuur naar cultuur en vormt een denkbeeldig web van verbinding’. Kiezen voor jezelf en de consequenties daarvan, gastvrijheid, omgaan met geheimen, omgaan met schaamte, liefde en respect zijn andere thema’s die in de roman voorkomen.

(Profielfoto auteur: Merlijn Doomernik)

f98626638e067e0766c631e32b5579e5.jpeg  e32f5e9bb1bff7de532dbdcc741b1361.jpg

Interview


Tot waar we kijken
kunnen was je eerste roman. Die haalde de shortlist van de Hebban Debuutprijs 2016. In die roman staat een moeder-dochterrelatie centraal. Het hoofdpersonage staat op het punt van een burn-out en moet zich van haar moeder zien los te maken. In je nieuwe roman In je dromen ga jij speelt dit gegeven ook een rol. Is het een thema dat je erg bezighoudt? Heeft het een relatie met je eigen leven?

Inge:Op een bewust niveau houdt het me niet zo bezig. Op een dieper niveau wel. En met schrijven ga je die diepte in. Het sluipt in mijn werk, is niet vooropgezet. Mijn debuut is meer autobiografisch dan dit tweede boek, hoewel ik ook in dat eerste boek veel fantasie heb gebruikt. Ik geloof dat je als schrijver altijd put uit je eigen ervaringen om een waarachtig boek te schrijven. En hoewel ik voor dit tweede boek veel inspiratie heb gehaald uit mijn omgeving, dus van buitenaf, zitten er in alle personages delen van mezelf. Ik vind intermenselijke relaties boeiend en dan vooral hoe personages psychisch in elkaar zitten. Wat me daarin fascineert zijn de patronen van gedrag die van generatie op generatie doorgegeven worden.

In hun eerste boek blijven veel schrijvers dichtbij huis. Ik las eens dat 80% van de debutanten een ‘vader’- of ‘moeder’-boek schrijft. Ik herinner mij dat een schrijfcoach eens zei toen ze een eerste versie van mijn tweede boek las: ‘Mooi, je laat de moeder al op bladzijde 1 doodgaan.’ Later in het schrijfproces ben ik daarvan teruggekomen en had ik toch weer een heel boek nodig om de moeder te laten sterven. Dat mijn moeder op een dag zal sterven is een grote angst. Ik herinner me ook dat een docent van de schrijfopleiding die ik destijds volgde, bij de eerste les zei: ‘Probeer het klein te houden, er hoeft niet per se iemand dood te gaan.’ Dat advies volg ik duidelijk niet op. Ik heb iets met de dood. Eens kijken hoe dat bij mijn derde boek zal zijn.

Na je debuut moest die tweede roman er komen. Is dat een moeilijk proces geweest?

Inge: Een tweede roman schrijven is moeilijker dan een eerste. Bij mijn eerste boek was ik alles aan het uitvinden, deed veel intuïtief, elke stap was nieuw. Er stond niets op het spel, ik wilde alleen maar heel erg mijn best doen om het verhaal goed op te schrijven en hoopte dat een uitgever er iets in zou zien. Bij het tweede boek was ik veel kritischer op mezelf want het moest beter worden dan mijn eerste boek. Om niet geblokkeerd te raken heb ik met mezelf afgesproken dat ik eerst het hele verhaal op zou schrijven (fase 1) zonder al te veel aandacht voor ‘hoe’ ik dat deed. Als mijn innerlijke criticus toch haar mond opentrok, parkeerde ik haar in de kantlijn. Pas als het verhaal stond zou ik gaan zorgen dat het goed werd (fase 2). Ik heb van mijn eerste versie, na een feedback-gesprek met mijn uitgever, de helft weggedaan. Ik was twee ideeën in een verhaal aan het proppen, dat werkte niet. Ze vroeg me in dat gesprek: ‘Van alles wat je nu geschreven hebt, wat raakt jou dan het meest?’ Ik hoefde niet lang na te denken, krijg nog kippenvel als ik denk aan de scène waarin Safia haar zoontje terugziet, na acht jaar. Toen ik me op haar verhaal focuste, op de emoties die daarmee gepaard gingen, viel alles op zijn plek en kon ik veel vrijer schrijven.

cf84f859b82e67241ed77b73ad9188be.jpg

In de inleiding op het boek zeg je dat het verhaal van Safia zich afspeelt in twee culturen, de Nederlandse en de Marokkaanse. Je hebt het verhaal van Safia gehoord van een vriendin. Dat suggereert dat het om een in de kern waar gebeurd verhaal gaat. Safia zegt dat ook. Klopt dat? Wat zijn de basisfeiten? Hoe ben je Safia en haar dochters op het spoor gekomen? Wat heb je van ze geleerd?

Inge: Mijn roman is geïnspireerd door het verhaal van Safia, de overleden moeder van mijn Marokkaanse vriendin, maar niet gebaseerd op. Daarin schuilt een belangrijk verschil. Ik heb de werkelijke gebeurtenissen losgelaten en mijn eigen verbeeldingskracht gebruikt om dit verhaal te vertellen. Veel ervan is waar gebeurd, evenzoveel is verzonnen. Wat ik heb geleerd en hopelijk doorgeef met dit boek is dat het zinvol is je in jouw medemens te verdiepen, het gesprek aan te gaan en echt naar de ander te luisteren. Zo doorbreek je de angst voor het onbekende en zie je de rijkdom die ieder mens in zich draagt. In het verhaal is dat voor Safia niet meer weggelegd, van de drie vrouwen vind ik haar het meest tragische personage. Voor haar dochter Mariam en kleindochter Aya is die kans er nog wel.

Je vertelt het verhaal vanuit het perspectief van drie generaties sterke vrouwen: moeder Safia (die sterven gaat), haar dochter Mariam en haar kleindochter, Aya. Waarom de keuze voor drie perspectieven en vanuit vrouwen?

Inge: In eerste instantie wilde ik het verhaal vertellen via het perspectief van Safia, maar door de vele gesprekken met haar dochter en kleindochter merkte ik dat juist in die verschillende generaties de botsingen lagen, de schaamte zich verschool en tegelijkertijd het respect en de liefde voor elkaar tot uitdrukking kwamen. Die drie perspectieven zijn al schrijvende ontstaan. Ik koos voor vrouwen omdat vrouwen mij dit verhaal vertelden en ik er, zeker als schrijver, zoveel in herkende. Mijn vriendin zei: ‘Mijn moeder was een echte verhalenvertelster. De kracht van vrouwen zit in verhalen. Verhalen vertellen zit in ons bloed.’

De drie hoofpersonages hebben ieder een andere opvatting, worstelen allemaal met de tradities en de regels die voor hen cultureel bepaald zijn. Als ik naar de mannen in je roman kijk, lijkt daar toch ook wel een kentering in opvatting te zijn, maar dan vooral gevoed door de manier waarop de vrouwen zich opstellen. Is dat zo?

Inge: Ja en nee. Ik vind Ayub bijvoorbeeld, de man van Mariam, van zichzelf een ruimdenkende man. Mariam gaat veel meer gebukt onder de regels die ze zichzelf oplegt dan door iets wat Ayub zegt of doet. Hij wil haar juist stimuleren en helpen. De broers van Mariam daarentegen zijn een stuk traditioneler, vooral haar oudste broer die nog denkt in ‘mannen’ en ‘vrouwen’- zaken. Ten opzichte van dat soort traditionele denkers zit de kentering hem inderdaad in de manier waarop de vrouwen zich opstellen. Mariam komt meer voor zichzelf op, hoe moeilijk ze dat ook vindt. Dat is haar ontwikkeling en dat zie je bij steeds meer (Marokkaanse) vrouwen. Dat is goed. De mentaliteitsverandering kan ook alleen maar eerst vanuit vrouwen komen. Zij hebben op het vlak van gelijkwaardigheid iets te winnen ten opzichte van de mannen.

Je hebt met mensen gesproken, research gedaan voor je boek. Je zegt in het Woord Vooraf dat je de Marokkaanse cultuur niet kende. Welke nieuwe inzichten heb je gekregen en hoe heb je dat verwerkt in je roman?

Inge: Het schrijven van deze roman heeft me op vele manieren verrijkt. Door de reis die ik maakte met mijn vriendin en haar man naar hun geboortestreek leerde ik de Rif kennen én zag ik een kant van hen die ik in Nederland nog niet had gezien. Zij bloeiden voor mijn ogen op, dat trof me diep. Het Noorden van Marokko is decennialang achtergesteld en gediscrimineerd. Zij kwamen hierheen voor een beter bestaan. Ik bewonder in hen dat ze dat hier proberen op te bouwen, zelfs met dat immense verlangen naar hun eigen land. Dat gevoel van gevangen zitten tussen twee culturen moest in dit verhaal te voelen zijn, te begrijpen zijn, zodat wij er weer aan herinnerd worden hoe dapper, ruimhartig en volhardend deze mensen zijn.

Je roman bestaat uit drie grote delen met niet alledaagse titels:

-          In je dromen ga jij.

-          Wij handelen niet omdat Allah het weet, maar omdat wij het zullen doen, weet Allah het.

-          De doden zitten in ons hoofd, omdat wij van hen hielden en zij van ons.

Waar staan die titels voor? Heb je ze ontleend aan de Marokkaanse cultuur?

Inge: Het zijn Marokkaanse spreekwoorden. ‘In je dromen ga jij’, zegt een moeder bijvoorbeeld tegen haar dochter als die zegt dat ze uitgaat en laat thuiskomt. Die tweede titel heeft met vrijheid in het geloof te maken. Je doet dingen uit vrije wil en dat weet God. De derde spreekt voor zich.

cff48449837f74703f064f75bcfe81d4.jpg

Je schreef een zintuiglijk boek. Je hoort de krekels, ruikt lelies, proeft sterrenmix, je beschrijft met veel gevoel en detail het landschap, maar ook een Marokkaanse bruiloft en wat daar allemaal bij komt kijken. Doe je dat louter om de sfeer of heb je er nog andere bedoelingen mee?

Inge: Het creëren van sfeer en setting maakt dat de lezer in het verhaal gezogen wordt. Ik houd zelf het meest van verhalen waarin ik kan verdwijnen, waarin ik me in die andere wereld waan. Dat is wat ik daarmee beoog, naast dat het ook mijn natuurlijke manier van schrijven is. Ik ben sensitief en mijn zintuigen zijn wijd open.

Safia, de moeder en wellicht toch wel het belangrijkste personage, ligt na een hersenbloeding in coma in het ziekenhuis. Ze vertelt haar verhaal als ware het een droom, soms lijkt het wel een sprookje. Is dat ook niet typisch de manier waarop Marokkaanse schrijvers uit het Rifgebergte schrijven?

Inge: Dat weet ik eerlijk gezegd niet. Maar ik kan me voorstellen dat het zo is, ze hebben een rijke cultuur vol mythen en sprookjes. Het ik-perspectief en de toon die ik voor Safia vond kwamen heel natuurlijk tot me. Van de drie vrouwen ging haar perspectief me het gemakkelijkst af. Gek hè. Ik dacht juist dat ik helemaal niet vanuit een Marokkaanse vrouw uit zo’n andere tijd zou kunnen schrijven. Maar toen ik eenmaal in haar huid kroop voelde het heel vertrouwd.

Je schrijft heel helder, toegankelijk, met zoveel oog voor detail. "Halverwege de trap zat haar moeder op haar knieën het stof uit de hoekjes te peuteren met een wattenstaafje." Je ziet het zo voor je. Je gebruikt ook veel tegenstellingen in je boek en Marokkaanse woorden. Je schrijft van die mooie zinnen:

  • Oma kende alle Marokkaanse sprookjes uit haar hoofd en nam een woestijn aan tijd om die te vertellen
  • En die fantastische openingszin: De dood kroop vanaf haar tenen en vingers langzaam omhoog, en Safia begreep dat ze stervende was. Haar lijf raakte op, haar tijd was om

Dienen die zinnen zich aan of is het keihard werken en schaven?

Inge: Beide. Dankjewel voor de complimenten.

Wat heb je willen zeggen met je boek? Wat heb je ontdekt voor jezelf?

Inge: Dat je de dingen die je niet kent of die je vreest of waar je schaamte of schuld bij voelt, juíst moet onderzoeken. Dan kom je dicht bij wat je belangrijk vindt en nader je steeds meer je natuur. Neem het goede van de generaties voor je mee, maak je los van hetgeen je tegenhoudt en laat dat achter je.

673abe12288ec2e5b982091ef148fabd.jpg



Reacties op: Inge van der Krabben: De kracht van vrouwen zit in verhalen

Meer informatie

Gerelateerd

Over

Inge van der Krabben

Inge van der Krabben

Auteur, Blogger, Schrijfdocent. Mijn nieuwe roman 'Van het hart' verscheen 28 ja...