Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Jeroen Kraakman: “Ik geef mijn hersenen carte blanche”

op 28 maart 2020 door

Jeroen Kraakman (1980) is schrijver en dichter. In 2017 debuteerde hij met zijn dichtbundel Als de dichter zingt. Van 2019-2021 is hij Stadsdichter van Zwolle. Zijn verhalen verschenen in diverse tijdschriften, kranten en verhalenbundels. In Donkere dagen, heldere nachten zijn deze voor het eerst gebundeld, samen met enkele nieuwe verhalen en gedichten.

In de  verhalen van Donkere dagen, heldere nachten lopen de zaken nooit zoals je wilt, of hoopt. Op een mooie, warme zomerdag kan de zon zomaar verduisteren. In koude, donkere nachten kan de schijnheilige veilige maan plots verdwijnen. Geluk, talent en zelfs liefde blijken geen vaste waarden te zijn. In de steeds veranderende wereld van Jeroen Kraakman is niemand veilig. Ook niet voor zichzelf. Voor Literatuur onder de loep nam ik toch het risico en ging in gesprek met Jeroen.

Door: Jan Stoel

Banner: Anne Oerlemans

4e3c32803928741c5f275f14d58ca47d.jpg

Hoe ben je eigenlijk schrijver geworden?

Ik leer schrijven vooral door veel te lezen. Ik lees graag en heel divers. Daar heb ik onbewust veel van geleerd en op een dag ben ik begonnen een verhaal te schrijven. Ik zette mijn telefoon uit, begon aan een idee dat ik uit een liedje had gehaald en schreef door tot het af was. Vervolgens stuurde ik het naar een goede vriendin, die al snel zei dat ik dit vaker moest doen, verhalen schrijven. Vanaf dat moment schrijf ik wanneer ik kan en juist door het veel te doen, durf ik wel te stellen dat ik er steeds beter in word. Momenteel studeer ik voor docent Nederlands, maar het schrijven doe ik inmiddels zo’n zeven jaar.

Ik ken je werk uit een aantal verzamelbundels en nu is er je eerste bundel waarin je proza en poëzie combineert. De verhalen zijn niet chronologisch geordend. Het zou mooi geweest zijn om je ontwikkeling als schrijver te volgen. Waarom heb je daar niet voor gekozen?

De ordening is vooral gebaseerd op mijn gevoel en inzicht. Ik wilde graag mooi en zacht beginnen, daar is het verhaal De schilder goed geschikt voor. Mijn ontwikkeling als schrijver is daardoor wat lastiger te volgen en dat vind ik prima. Het gaat mij in de bundel vooral om de verhalen. Daar is de volgorde ook op afgestemd, verhalen die bij elkaar passen of juist niet.

Hoe ben je te werk gegaan bij de samenstelling van deze bundel? En waarom heb je de verhalen afgewisseld met poëzie?

De afwisseling met poëzie was volgens mij een suggestie van de uitgeverij (Godijn Publishing) en een erg leuke. Het geeft wat lucht, een adempauze tussen de verhalen. De selectie is meerdere malen gewisseld, van zowel verhalen als poëzie. Mijn allereerste verhaal had ik er lange tijd ook instaan, maar dat bleek vooral om sentimentele redenen. Ik vond het uiteindelijk toch niet goed genoeg om vereeuwigd te worden in print.

Fact check-vraag. Volgens mij bevatten heel wat verhalen elementen die iets over jezelf zeggen: de liefde voor muziek (de titel van een van je verhalen 'Terwijl mijn gitaar zachtjes huilt' verwijst naar ‘While my guitar gently weeps’ van The Beatles en zelfs de tekst van dat lied lijkt wel terug te komen in de thematiek van het verhaal), je jeugd (Het voetbalveld), het streven naar perfectionisme (in het verhaal De schilder) en de daarmee gepaard gaande onzekerheid, angst (Het mannetje in mijn hoofd), melancholie en een gevoel van eenzaamheid. Klopt dat? Kun je een tip van de sluier oplichten? En waarom zit er zoveel muziek in je verhalen?

Ik denk zeker dat er in ieder verhaal wel iets van mijzelf zit. De muzikant (in Terwijl mijn gitaar zachtjes huilt) en de schilder van het openingsverhaal zijn beide ambitieuze kunstenaars waarin ik mezelf herken. Het verhaal over het voetbalveld heb ik in mijn hoofd gesitueerd op het voetbalveld naast mijn oude basisschool. Daar komen veel details en elementen van terug. Meneer de Jong woonde vroeger echt tegenover het bruggetje in dit verhaal. Melancholie en eenzaamheid zijn regelmatig terugkerende thema’s in mijn verhalen en gedichten. Dat zijn beide onderwerpen die mij veel bezig houden, gevoelens die mij regelmatig bekruipen, gewenst en ongewenst.

Muziek is een grote liefde van mijn leven. Ik haal er steun, kracht en inspiratie uit. Steeds als ik mijn eigen verhalen terug lees, kan ik zien waar ik naar luisterde of waardoor ik geïnspireerd werd op dat moment. Ik gebruik ook graag muziek om een bepaalde sfeer te zetten. Soms kan je een beeld schetsen, simpelweg door een bepaalde song uit de radio te laten spelen. Muziek is ook de ultieme kunstvorm voor mij. Goede boeken en briljante schilderijen kunnen mij inspireren en de adem benemen, maar een lied, een stem, kan kippenvel op mijn armen zetten, tranen laten stromen of juist tot stilstand brengen.

Je verhalen lezen is op avontuur gaan. Volgens mij schrijf je genre-doorbrekende literatuur. Ik kom poëtische teksten tegen, prachtige metaforen, maar zie ook fantasy-elementen, denk dat ik in een thriller terecht ben gekomen. Je speelt met verhaalstructuren, doorbreekt de logica van een verhaalstructuur door de scheiding tussen tijd en ruimte op te heffen. En toch heeft ieder verhaal een kop en een staart. Hoe doe je dat?

Ik heb geen idee, hahaha. Ik weet zelden aan het begin van een verhaal waar ik wil eindigen. En als ik het einde wel ken, dan is de weg erheen vaak het mysterie. Dat maakt het schrijven ook zo leuk om te doen. Ik ga zitten en geef mijn hersenen carte blanche, dat levert soms erg mooie dingen op, vind ik zelf.

Ik zie ook maatschappijkritiek in enkele verhalen. In een aantal verhalen komt het gebrek, gemis aan contact tussen mensen naar voren. Kritiek op de maatschappij is in Middernachtzon het sterkst. De ik-persoon (misschien wel Jeroen Kraakman) bevindt zich met Chinezen, Amerikanen, Fransen en Afrikanen in een ruimtevaartuig op weg naar een plek waar de mensheid kan overleven. Ieder kiest zijn eigen weg: de Amerikanen hebben een grote mond en de Chinezen hebben een regering die lichtjaren ver de lakens nog uitdeelt. Het ik-personage zit op een klomp in de ruimte. Hij werd ‘Lookman’ genoemd en vond als enige een nieuwe wereld. Het verhaal krijgt dan een nieuwe wending. Wat heb je met dit verhaal willen vertellen?

Dit verhaal is een beetje een vreemde eend in de bijt. Ik schreef het specifiek voor een schrijfwedstrijd (en haalde de longlist niet eens…), wat ik daarvoor en sindsdien nooit meer gedaan heb. Zelf vind ik de verschillende nationaliteiten ietwat stereotype neergezet, maar ik had er wel een hoop plezier mee. Het is ook een van de weinige verhalen waar voor mijzelf nog geen herkenbare diepere laag in zit. Qua maatschappijkritisch schrijven ben ik zelf erg trots op De gewapende pianist en Zijn tijd komt nog wel. Vooral van het laatste verhaal hoop ik altijd dat lezers erdoor aan het denken worden gezet. Het verhaal is vreemd en verwarrend en sleurt je mee naar het einde. Ik schreef het in een periode dat ik zelf veel te druk was en het gevoel had dat ik geleefd werd. Ik moest zoveel, had altijd te weinig tijd en liep mijzelf voorbij. Dat gevoel van snelheid zit naar mijn idee heel goed in dit verhaal verwerkt. Tegelijkertijd vind ik het als verhaal ook één van mijn betere, omdat het spannend en onvoorspelbaar is. Ook zonder de onderliggende boodschap is het een goed verhaal.

Steeds zit er een kanteling in je verhalen. Dat maakt ze zo speciaal. Kun je iets vertellen over het denkproces en het schrijfproces?

Hierboven noemde ik het al een beetje; de fijnste verhalen ontstaan gewoon. Vaak zwerft er al enkele dagen of weken een idee door mijn hoofd. Iets dat ik heb gelezen of gezien, een gedachte gebaseerd op iets heel anders. Dan is het een kwestie van een vrije dag op het juiste moment. Ik ga ’s morgens vroeg in een leeg huis achter de laptop zitten, houd de gordijnen dicht en zet muziek op die niet teveel afleidt. Het liefst schrijf ik de eerste versie van een verhaal in één ruk. Wat wel eens betekent dat ik een hele dag met de gordijnen dicht achter mijn laptop zit. Als ik dan na afloop tevreden ben, wil ik dat het liefst direct van de daken schreeuwen. Miljoenen kopietjes drukken en overal aanbellen. In de realiteit begint daarna het echt werk pas. Want er moet nog vele malen geschaafd en geschoven worden.

349ad406e3b284648838477cd809a34d.jpgWaar staat de titel van je bundel voor? Wat wil je met de bundel vertellen?

De titel is de vertaling van een oude hiphopplaat van Bubba Sparxxx. Al sinds ik rondloop met het idee van een verhalenbundel, moest dit de titel worden. We hebben het in het leven vaak over ups en downs, hoge bergen en diepe dalen. Dit is mijn variant daarop: Donkere dagen Heldere nachten. In de tijd dat ik begon met schrijven, leefde ik vooral daarvoor. Overdag werkte ik om de rekeningen te betalen, ’s avonds deed ik wat echt leuk vond. Lezen en schrijven.

De bundel is vooral bedoeld om te vermaken. Ik hoop dat de verhalen allereerst leuk zijn om te lezen. Als ik daarnaast af en toe iemand aan het denken zet over een onderwerp, is dat mooi meegenomen.

Aan je proza kun je zien dat je ook dichter bent. Je observeert goed en weet dat mooi in taal om te zetten: “De eenzaamheid vreet me op, de stilte suist in mijn ogen”, “haar hart leek niet voorbij de drempel van haar voordeur te komen.” Je verhalen borrelen. In je poëzie doe je wat anders dan in je proza. In de gedichten wil je veel vertellen met weinig woorden, zoekt eerder de soberheid. Het lijkt zo anders dan je proza. Heb je een voorkeur?

Een voorkeur heb ik niet. Het is wel zo dat ik van een geslaagd verhaal echt gelukkig word. Gedichten lijken vluchtiger en schrijf ik vaak voor een doel of met een bepaalde boodschap. Ook het voordragen van een gedicht is in één of enkele minuten voorbij. De keuze voor de soberheid hierin is in zekere zin ook bewust, ik wil niet smijten met grootse woorden en weidse vergezichten. Ik wil het klein en intiem houden, een idee delen en ruimte overlaten voor eigen interpretatie van de lezer.

Je geeft ook les in Nederlands. Weten de leerlingen dat je schrijver bent? Wat wil je aan hen overbrengen?

Dat weten ze en vinden ze wel interessant. Er wordt wel eens gevraagd of ik een zelfgeschreven verhaal wil vertellen. Tot zover hou ik dat nog een beetje af. Als zij halverwege laten merken het niets te vinden, zou ik dat wel eens erg pijnlijk kunnen vinden en ik weet niet of ik daar tegen opgewassen ben.

Ik wil vooral de liefde voor taal overbrengen. De schoonheid van een mooie zin of bijzonder verhaal. Ik hoop ze te stimuleren boeken te lezen en het nieuws te volgen. Ik daag ze graag uit om zelf dingen onder woorden te brengen en moedig creativiteit aan.

Waar kunnen lezers je ontmoeten? En waar ben je nu mee bezig?

Maandelijks organiseer ik als Stadsdichter van Zwolle het open (dicht)podium Lege Stoelen (check facebook.com/legestoelen) en de komende periode ben ik veel op pad om poëzieworkshops te geven, vooral op scholen. Dat ligt nu stil vanwege de corona-crisis. Daarnaast deel ik graag schrijfwerk op mijn website aaprijdtkever.nl en ben ik langzaam ruimte aan het maken voor de volgende uitspattingen van creativiteit. Wat dat gaat worden, durf ik nog niet te zeggen. Er is nog zoveel te dromen.

e83a6560e01102ec3a87dfb5b0f89050.jpg



Reacties op: Jeroen Kraakman: “Ik geef mijn hersenen carte blanche”

Meer informatie

Gerelateerd

Over