Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Lees dit lied! Met zingende, dansende woorden van Paul van Ostaijen

op 27 september 2020 door

Heel wat songwriters vonden hun inspiratie voor een lied in een boek, een gedicht of een toneelstuk. In deze rubriek willen we af en toe eentje onder de loep nemen. Dit keer is het de beurt aan Paul van Ostaijen.

Feest!

Berceuse, polonaise, wals, charleston, jazz, lied, liedje, Marsj, dans, music-hall… Wie het verzameld werk van Paul van Ostaijen openslaat kan er niet naast kijken: deze dichter hield van muziek, dans en feest. Hij stopte zijn gedichten vol met klank en ritme. Zijn beroemde spel met de typografie benadrukt dit nog meer. Wie ze luidop leest, begint bijna als vanzelf te zingen.

Proberen?

Belgiese Zondag

Een gramofoon van 's morgens acht
iemand vergeet niet zijn soldatetijd
en speelt clairon
het bier is flauw
                          limonade
UIT ZUIVERE VRUCHTEN

Na de hoogmis wast bewondering
voor de renners         de coureurs
   21      7      17      48      83
fraaie hoofdgroep door het dorp
Jonge boeren en arbeiders spreken
            sportliterair
            citaten uit Sportwereld
Koorknapen gaan onkelwaarts zondagsent
                                   TE DEUM zingend
Vrouwen wachten op
               deemstering
                                   kaarten zijn spekvet
        Fumez la cigarette Dubec
        La Cigarette de Connaisseur

alle dorpelingen zijn kenners
                zij roken la cigarette Dubec

Kinderen zijn vuil
                         huizen ook
Mijn land zondag alpdruk boos

(Uit: Nagelaten gedichten)

Misschien vind je het makkelijker om mee te zingen met Boere-charleston (Uit: Nagelaten gedichten)?

“Ik ben geboren, dit moet worden aangenomen, alhoewel een absoluut-objektief bewijs niet is voor te brengen.” (Uit: Paul van Ostaijen, Zelfbiografie)

Paul van Ostaijen is geboren, dat moet worden aangenomen, in 1896, in Antwerpen. Hij stierf al op 32-jarige leeftijd, in 1928, aan tuberculose. We kennen hem vooral als dichter, maar hij deed veel meer dan dichten alleen. Hij was ook een theoreticus, polemist, kunstcriticus, recensent en hij schreef ook proza. Dat vooral zijn poëzie blijft nazinderen, komt doordat hij zo’n groot vernieuwer was, een modernist, een avant-gardist. Zeker zijn gedichten uit de latere periode zijn heel bijzonder, als zuivere lyriek of organisch expressionisme worden ze bestempeld.

Wat natuurlijk vaak het geval is met vernieuwers, is dat ze controverse oproepen. Dat was met Van Ostaijen niet anders.

Tijdens zijn leven was Van Ostaijen een erg omstreden figuur. Zijn stem klonk te modern, te uitheems, te gelijkhebberig en, wat zo mogelijk nog het ergste was, te weinig respectvol voor de eigentijdse Vlaamse klassiekers om te lande op gejuich te worden onthaald. Met de hem kenmerkende ironische flair schreef hij enkele maanden voor zijn dood nog aan Du Perron: “Ik sta alweer overeind en zeg: vooruit dan maar, zonder supporters!”. (Uit: Paul van Ostaijen Spiegel van uw eenzaamheid, Een keuze van poëzie van Paul van Ostaijen, ingeleid en samengesteld door Stefaan Evenepoel, 1988, Davidsfonds, Leuven)

Het is dan ook pas lang na zijn dood, in de jaren 50 dat hij de erkenning kreeg die hij verdiende. Schrijvers als Hugo Claus en Louis Paul Boon ontdekten de kracht van zijn werk. Sindsdien is het tij gekeerd.

Voor de liefhebbers: een stukje theater met Tom Van Bauwel en jazzmuziek van Ben Sluijs: 

‘Meneer 1830’

Maar laten we even terugkeren naar het begin. De jonge Van Ostaijen verlaat al in 1913 de middelbare school. Nu ja, ‘de school’, hij versleet zijn broek op vier verschillende scholen. Zijn studie maakt hij niet af. Maar zijn interesse was gewekt voor de Nederlandse, Franse en Duitse literatuur en voor de schilderkunst.

Op zijn 18e gaat hij als klerk werken op het Antwerpse stadhuis. We zijn dan in 1914, het jaar waarin de Eerste Wereldoorlog begon. Antwerpen was een bezette stad – niet toevallig de titel van een van zijn latere bundels, Bezette Stad uit 1921. De stad is met andere woorden afgesloten van de rest van de wereld. Vertier is er in de cinema’s, de cafés en de music-halls – ook niet toevallig de titel van zijn eerste dichtbundel, Music-Hall uit 1916, en van enkele latere gedichten.

Over Music-Hall schrijft het Paul van Ostaijen Genootschap:

De bundel toont dan ook vooral een nog jonge, zoekende schrijver die soms bekentenispoëzie bedreef in een nog onbeholpen versvorm, maar die ook het moderne leven wist te vatten in een levendig soort poëzie die in Vlaanderen nog onbekend was. De bundel kende veel succes, vooral onder leden van Van Ostaijens eigen generatie. Na Music-Hall was hij in de ogen van velen dé moderne dichter van Vlaanderen. (http://www.paulvanostaijen.be/)

eacbb237886130a3f905f368f1c8e85d.jpg

Een van die cafés was Hulstkamp – genoemd naar een Rotterdams jenevermerk – aan de Antwerpse De Keyserlei. Het werd zijn stamcafé. Hij ontmoette er zijn artistieke vrienden, onder wie kunstschilder Floris Jespers, dichter Gaston Burssens en kunstschilder Paul Joostens. Maar Van Ostaijen was ook vaak te vinden in de Wintergarten, in danspaleizen en cabarets. Hij hield van het uitgangsleven, en van cocaïne. Hij was er een opvallende verschijning, heel ouderwets gekleed. Ze noemden hem daarom ook wel ‘meneer 1830’.

Maurice Gilliams beschreef hem zo:

’s Avonds op de Keyserlei, ontmoette ik Orpheus in biedermeierkostuum Hij werd aangegaapt om zijn onmodische rode das, om zijn roodfluwelen ondervest en zijn vreemde zwarte kleding. Somtijds droeg hij een parelgrijze mac-farlane en wanneer de wind in het kapje speelde, kreeg hij als het ware vleugelen gelijk een keizerlijke adelaar. ’s Winters zag men hem met een bontmuts en een hoge stijve boord. Hij was de dandy, de lord in het machtig grauwe Antwerpen. (Uit: Miavoye, Op bedevaart naar Paul van Ostaijen, Koen Peeters, Pascal Verbeken, Peter Holvoet-Hanssen, Koen Broucke, 2014,De Bezige Bij, Antwerpen)

Ook de politiek wekt zijn interesse. Het is een tijd van idealisme. Van Ostaijen is flamingant. Al in 1916 publiceert hij journalistieke en literaire stukjes in flamingantische bladen. Hij werd lid van de Vlaamsche Bond, een beweging dit zich inzette voor de Vlaamse zaak. Zijn geschreven stukjes werden steeds radicaler. In 1917 deed hij mee aan een activistische betoging tegen de Vlaamsvijandige kardinaal Mercier. Er waren een veertigtal betogers. Hij was de enige die floot toen de kardinaal passeerde. Hij werd gearresteerd en veroordeeld tot drie maanden gevangenis, maar de straf werd niet uitgevoerd. In 1918 verscheen Het Sienjaal. Niet lang daarna werd de Wapenstilstand ondertekend. Deze bundel kreeg als ‘Vlaamsgezinde’ publicatie maar weinig aandacht.

Op de vlucht naar Berlijn

Na de oorlog kreeg hij zijn ontslag bij de stad Antwerpen en werd hij veroordeeld wegens zijn activisme. Bovendien hing nog steeds die gerechtelijke straf boven zijn hoofd.  Zijn vriendin, Emma Clément of Emmeke, had tijdens de oorlog iets te veel het gezelschap van Duitse officieren opgezocht. Reden genoeg om samen te vluchten naar Berlijn.

Ze leidden er een armoedig leven. Emmeke werkte als courtisane. Paul dook er in het kunstleven. Hij ontmoette dadaïsten, expressionisten, kubisten, modernisten. Een vriend stuurde hem cocaïne, een broer wat geld. Hij schreef er in 1921 De feesten van angst en pijn en Bezette Stad en het filmscenario De bankroet Jazz.

Van Ostaijen schreef tussen 1919 en 1921 in Berlijn en Antwerpen het scenario voor de dadaïstische film Bankroet jazz. In 2008 is de film gemaakt met beelden uit de jaren ’20. Van Ostaijen beschrijft in de film een financiële crisis, gebaseerd op gebeurtenissen in Berlijn na de Eerste Wereldoorlog. De film schetst een Europa waarin de overheid ‘Schatkistbonnen’ uitgeeft. Doordat de hoeveelheid schatkistbonnen (een soort staatsaandelen) oneindig is, moeten alle Europese burgers kunnen gaan rentenieren. (http://literatuurlijn.nl/modernisme/paul-van-ostaijen/)

Hetzelfde jaar nog keerde hij ontmoedigd naar Antwerpen terug. Hij had niet alleen ruzie met Emmeke, hij was ook erg ontgoocheld over het mislukken van de communistische revolte daar. Als echte avant-gardist hoopte Van Ostaijen dat de oorlog tot een tabula rasa zou leiden, een nieuw begin, een totaal nieuwe politieke en culturele wereld. Dat heeft niet mogen zijn.

Van Ostaijen noemde Bezette Stad later een ‘gif als tegengif gebruikt’. Het nihilisme, de typografie en de dada, het moderne stadsleven, de oorlog, reclameslogans, films, het christendom, hogere en lagere kunsten kregen allemaal een plek in deze poëzie. (http://www.paulvanostaijen.be/)

ea3a6fd87932414e7c04bf159456b586.jpg65ca7577e6505ac27fdea7252641f60c.gife81e6d4e0209f077787b47d1fd6c7867.jpg6517449b5fa2b6ade40d275da80e7bbc.gif4eddc8d0e7702c8aa2901ebaffe9c5ee.gifBezette Stad is – met BOEM PAUKESLAG - wellicht het bekendste boek van de dichter. Het is niet alleen een literair, maar ook een typografische hoogstandje. Van Ostaijen maakte het boek dan ook niet alleen, maar in samenwerking met Oscar Jespers. De beeldhouwer stond in voor het zetwerk en de nodige houtsneden. Het resultaat mag er wezen, kijk gewoon even naar deze willekeurig gekozen pagina’s.

In de bundel ‘Bezette stad’ (1921) van Van Ostaijen staat dadaïstische poëzie. De gedichten lijken niet op traditionele poëzie (...). De zinnen zijn niet grammaticaal (gedeformeerd) en soms moeilijk te begrijpen. Sommige woorden zijn veel groter afgedrukt of vetgedrukt, sommige zijn juist weer veel kleiner of in een bijzondere vorm gedrukt. De gedichten zijn, kortom, heel visueel. (…) Door de typografie mee te nemen in de manier waarop je het gedicht leest, komt de betekenis beter over.

In ‘Bezette stad’ zie je de invloed van de Eerste Wereldoorlog goed terug. In het gedicht ‘Bedreigde stad’ beschrijft Van Ostaijen hoe Duitse soldaten de stad binnenmarcheren. Je hoort de voetstappen gaan op ‘eins zwei eins zwei’. Tussendoor hoor je iemand een lied zingen, je ziet mensen kijken naar de vlammen en je hoort flarden van gesprekken. (http://literatuurlijn.nl/modernisme/paul-van-ostaijen/)

Laat zeker niet na om dit filmpje door Matthijs De Ridder, een ware Van Ostaijenkenner, te bekijken als korte inleiding over het boek. Het is erg interessant. Heb je de smaak te pakken, dan kun je via YouTube ook het vervolg bekijken, het hele project ‘Besmette stad’.  

Maar minstens even interessant is dit: https://radio1.be/closer-to-van-ostaijen waarin Ward Bogaert samen met Matthijs De Ridder “een zoektocht begonnen naar kleine, op het eerste gezicht totaal onopvallende details in "Music Hall", het beroemde gedicht uit "Bezette Stad" van Paul van Ostaijen. Ward en Matthijs zijn binnengestapt in de bonte wereld van zo'n music hall uit de tijd van de eerste wereldoorlog. En ze lazen dat de bezoeker er zat te wachten op een "banaal wonder"”. Je kunt tegelijk luisteren en pagina per pagina meevolgen. Het zijn korte stukjes die me van de ene verrassing in de andere verbazing lieten vallen. Je komt er onder meer een ‘bewijs’ in tegen van de band tussen Van Ostaijen en cocaïne. Maar er is nog veel meer natuurlijk en de teksten worden smakelijk voorgelezen. Echt genieten!

Terug in Antwerpen slaat het noodlot toe

Gelukkig voor Van Ostaijen is zijn straf vervallen op basis van de amnestiewet van 1919. Na het vervullen van zijn dienstplicht, had de dichter in zijn geboortestad eerst een kunsthandel en daarna een tweedehandsboekhandel. Het noodlot slaat echter toe. In 1925 worden de eerste tekenen van tuberculose bij hem vastgesteld. Hij startte een kunsthandel in Brussel, maar die kende weinig succes. In 1926 verscheen Het bordeel van Ika Loch.

Rusten, rusten, rusten

Poëtisch stond Van Ostaijen op een hoogtepunt waarin hij buitengewoon klankrijke en speelse gedichten schreef, die hij ving onder de noemer ‘zuivere lyriek’. Met zijn gezondheid was het minder goed gesteld. Hij kreeg tbc en zijn arts schreef hem veel rust en buitenlucht voor. (http://www.paulvanostaijen.be/)

Van Ostaijen doet in 1927 eerst een paar rustkuren in Viersel en Etikhove, en vertrekt daarna naar Miavoye-Anthée, waar het dure privéherstellingsoord Le Vallon zich bevindt, ‘een villa met zieken’. Hij krijgt er experimentele behandelingen tegen tbc, longinblazingen. Verder bestond de behandeling uit rustkuren in open lucht, het grootste deel van de dag. Er werd ook veel muziek gespeeld. De vrouw van de arts speelt piano. Ze houdt van Hayden. Een medepatiënt verkoos om mazurka’s van Chopin te spelen.

Het is een periode waarin hij heel weinig vrienden ziet, maar wel heel veel brieven en gedichten schrijft. Enkel Eddy du Perron en Gaston Burssens kwamen hem opzoeken. Na het bezoek schreef hij Alpejagerslied (Uit: Nagelaten gedichten) voor du Perron.

Alpejagerslied

Voor E. du Perron

Een heer die de straat afdaalt
een heer die de straat opklimt
twee heren die dalen en klimmen
dat is de ene heer daalt
en de andere heer klimt
vlak vóór de winkel van Hinderickx en Winderickx
vlak vóór de winkel van Hinderickx en Winderickx van de beroemde hoedemakers
treffen zij elkaar
de ene heer neemt zijn hoge hoed in de rechterhand
de andere heer neemt zijn hoge hoed in de linkerhand
dan gaan de ene en de andere heer
de rechtse en de linkse de klimmende en de dalende
de rechtse die daalt
de linkse die klimt
dan gaan beide heren
elk met zijn hoge hoed zijn eigen hoge hoed zijn bloedeigen hoge hoed
elkaar voorbij
vlak vóór de deur
van de winkel
van Hinderickx en Winderickx
van de beroemde hoedemakers
dan zetten beide heren
de rechtse en de linkse de klimmende en de dalende
eenmaal aan elkaar voorbij
hun hoge hoeden weer op het hoofd
men versta mij wel
elk zet zijn eigen hoed op het eigen hoofd
dat is hun recht
dat is het recht van deze beide heren

Tijdens zijn verblijf daar bleef hij literair erg productief. Hij bleef meewerken aan Vlaamsche Arbeid en richtte samen met Burssens en Du Perron het tijdschrift Avontuur op. Het tijdschrift kende een kort bestaan, mede vanwege het voortijdige overlijden van Van Ostaijen. (http://www.paulvanostaijen.be/)

Een aantal van zijn nagelaten gedichten kennen jullie wellicht allemaal. Marc groet ’s morgens de Dingen is er een van. Het kan als een voorbeeld worden beschouwd van zijn zuivere lyriek of Poésie Pure.

Na zijn dadaïstische periode slaat Van Ostaijen een nieuwe weg in. Hij wil gedichten schrijven die muzikaal zijn. De dichter heeft een inval, hij bedenkt een mooie zin of een aantal mooie klanken, en borduurt daarop voort. Deze poëzie heeft nauwelijks inhoud, het gaat slechts om de mooie klanken. (http://literatuurlijn.nl/modernisme/paul-van-ostaijen/)

Tijd voor een echt lied?

Want ook al schreef ik dat je de gedichten haast automatisch gaat zingen, Marcel Vanthilt maakt een echt lied van het Huldegedicht aan Singer. Hier brengt hij het samen met Evi De Jean.

Begrafenis in drievoud

Met de gezondheidstoestand van Van Ostaijen gaat steeds bergaf. Op 18 maart 1928 stierf hij en hij wordt begraven in Anthée. Een handvol vrienden en familieleden en personeel van de kliniek is aanwezig. Vier jaar later, in 1932, wordt zijn stoffelijk overschot overgebracht naar Antwerpen. Hij wordt herbegraven op het Schoonselhof. Het mooie grafmonument is gemaakt door Oscar Jespers. Het stelt een engel voor die zijn oor te luister legt op het graf van de dichter. Nog eens twintig jaar later wordt hij een derde keer herbegraven. Hij ligt sindsdien op het ereperk van het Schoonselhof. Hij ligt er samen met andere kunstenaars, maar ook met heel wat gezagsdragers. Een plek die deze rebelse geest wellicht niet zelf had gewild. Het graf werd recent gerenoveerd. 

Een prachtige bedevaart

Op 30 maart 1928 schreef Richard Minne: 

We moeten de onrechtvaardigheid van Van Ostaijens dood weer rechtzetten. We moeten ons in verbinding stellen met zijn naaste vrienden. Deze zomer, of herfst, moeten we een beevaart doen naar Miavoye-Anthée. We moeten, met enkelen, een boek over en voor hem schrijven. (Uit: Miavoye, Op bedevaart naar Paul van Ostaijen, Koen Peeters, Pascal Verbeken, Peter Holvoet-Hanssen, Koen Broucke, 2014,De Bezige Bij, Antwerpen)

046430f0dba20a44196df19166464945.jpgHet is niet gelukt toen, in de zomer of de herfst van 1928. Wel vele decennia later. Schrijvers Koen Peeters en Pascal Verbeken, dichter Peter Holvoet-Hanssen en kunstenaar Koen Broucke trokken in oktober 2013 op ‘beevaart’ van Antwerpen naar Miavoye-Anthée. Het resultaat ervan is prachtig. Een boek met niet alleen het verhaal van hun tocht, maar ook nieuwe gedichten, tekeningen, schilderijen, dagboekfragmenten (van, jawel, Van Ostaijen), foto’s en, zoals ook door Minne werd gevraagd, ‘een keurbundel uit Van Ostaijens werk’.

Het boek is een aanrader! Maar er is meer. Van de tocht werd ook een podcast gemaakt. De heerlijke avonturen van het viertal zijn hier te beluisteren, in een podcast in twee delen: https://klara.be/miavoye-de-laatste-reis-van-paul-van-ostaijen.

Uitsmijter

Wil je meer weten over de man en/of volgen welke activiteiten rond Van Ostaijen worden georganiseerd, dan zijn http://www.paulvanostaijen.be/ en https://www.facebook.com/genootschap.vanostaijen/ de virtuele plekken waar je zijn moet.

Maar wist je dat je de dichter ook kunt volgen op twitter? Voor de liefhebber van het blauwe vogeltje is dit hét adres:  https://twitter.com/pvanostaijen

Berceuse voor volwassenen
(Uit Nagelaten Gedichten)

Wanneer de zandman nog eens komt
 - maar hij komt niet meer -
 zullen wij slapen gaan en dromen
van een droom
die niet gedroomd werd

Ach alle mensen slapen goed
die de deur op grendel weten

En jij?

Lees of zing je graag een gedicht van Van Ostaijen? Kende je zijn werk al of ga je op ontdekkingstocht? Is een gedicht om een of andere reden bijzonder voor je, laat het hieronder zeker weten!

Tot een volgend lied!

Zoek je eerdere liedjes? Kijk dan in de inhoudstafels van 2018, 2019, deel 1 en deel 2 en 2020

Tekst: Ine
Banner: Anne Oerlemans

Bronnen:

 



Reacties op: Lees dit lied! Met zingende, dansende woorden van Paul van Ostaijen

Meer informatie

Gerelateerd

Over

Koen Peeters

Koen Peeters

Koen Peeters (1959) is de auteur van een rijk en veelbekroond oeuvre. Met De pos...

Paul van Ostaijen

Paul van Ostaijen

Leopold Andreas (Paul) van Ostaijen (Antwerpen, 22 februari 1896 – Miavoye-Anthé...

Jan Decleir

Jan Decleir

Jan Decleir, topacteur in Vlaanderen en Nederland, leverde indringend acteerwerk...