Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Paul Christiaan Smis: “Ik verplaats me in de denkwereld van toen”

op 10 augustus 2018 door

De Uitgeverij Historische Verhalen – opgericht in 2015 door Rik van der Vlugt - doet iets bijzonders. Zij stimuleert auteurs gebeurtenissen uit het (verre) verleden als context te nemen voor een nieuw verhaal. Zo worden feit en fictie met elkaar verbonden. Vanaf 2016 verschijnen de verhalen in verhalenbundels. Na het verhaal heeft de lezer meer inzicht in de historische feiten. In de vijfde bundel ‘Historische verhalen’ staan de Middeleeuwen centraal. Deze bundel met negenentwintig verhalen is door één auteur geschreven, Paul Christiaan Smis. Aan het concept is een nieuw element toegevoegd, bedacht door de uitgever. De auteur geeft zelf toelichting op wat hij aan de historie aan fictie heeft toegevoegd en waardoor hij geïnspireerd is geraakt. Daardoor wordt de context van het verhaal duidelijk.

Door: Jan Stoel

Banner: Anne Oerlemans

De range aan onderwerpen in de bundel is zeer divers, maar de Middeleeuwen besloegen dan ook zo’n duizend jaar: literatuur, kruistochten, de Vikingen, de Moren in Spanje, de Magyaren, de strijdwijze van de Tartaren. De volgorde van de gepubliceerde verhalen is niet chronologisch. Je bent als lezer heerlijk aan het grasduinen in de middeleeuwen en je vraagt je regelmatig af hoe het toch allemaal mogelijk was. Smis schrijft in een heldere taal, weet de kern van het verhaal meteen te raken, weet de spanning goed vast te houden en tovert regelmatig prachtige zinnen uit zijn ‘pen,’ die je aan het denken zetten en bij blijven, zoals deze

‘Waarheid is een armoedig weeskind, dat in het leven vooruit moet worden geholpen.’

Redenen te over om hem voor de Literatuurclub eens te interviewen

35432579e39e632689f9688958a6ea5a.jpg bed7f290dc9b4a042d757db20a773ede.jpg

Kun je iets over je schrijverschap vertellen? Hoe is het begonnen en hoe heeft zich het ontwikkeld?

In de eerste klas van het lyceum begon ik de verhalen uit de geschiedenisles in mijn eigen woorden op te schrijven in een schriftje. Daarbij maakte ik tekeningetjes, allemaal heel lief en onbeholpen. Opvallend was dat ik in mijn teksten de gebeurtenissen voorzag van persoonlijk commentaar. Als ik het me goed herinner, had ik een nogal lollige kijk op de geschiedenis.

Ik heb altijd verhalen verteld, aan iedereen die ze maar horen wilde. Mijn moeder, mijn broer en zussen, vrienden, collega’s, mijn vrouw en kinderen, ze vormden een vriendelijk en altijd beschikbaar publiek. Incidenteel droeg ik ook wel iets voor op een podium of ik publiceerde wat in blaadjes. Pas rond mijn pensioengerechtigde leeftijd ging ik echt werk maken van regelmatig schrijven en publiceren. Ik had geluk dat ik vrijwel direct in de smaak viel bij een uitgever. Sinds 2016 schrijf ik korte verhalen en in april 2018 begon ik aan een novelle.

Begin jaren tachtig schreef ik honderden gedichten. Die verschenen onder andere in het blad SC (een Amsterdams blad voor experimentele schrijvers) Daarna werd het een tijd stil. In 2016 pakte ik het dichten weer op en vanaf oktober 2017 draag ik voor op podia overal in het land.

Waarom heb je in deze bundel je alleen beperkt tot de Middeleeuwen?

Soms is een reden verbluffend prozaïsch en praktisch. Ik heb belangstelling voor de hele geschiedenis, van Mesopotamische koningslijsten – duizenden jaren vóór Christus – tot het uitrukken van de brandweer, eergisteren. De uitgever wilde een themabundel het licht doen zien. Op dat moment werd er al gewerkt aan een serie verhalen over de oudheid. Wat was er nou logischer dan dat ik zou schrijven over de periode die daarop volgde, de middeleeuwen? Het feit dat ik die periode een meer dan warm hart toedraag, hielp natuurlijk wel.

Hoe ga je te werk bij het kiezen van een onderwerp?

In het algemeen steunt mijn keuze op verwondering. ‘Hoe is het mogelijk dat die gebeurtenis toen en op die manier heeft plaatsgevonden?’ In het geval van de Middeleeuwenbundel heb ik dat gecombineerd met de behoefte om iedere periode in de middeleeuwen aan bod te laten komen. Ik wilde de onderwerpen netjes spreiden over duizend jaar en over heel Europa. Dat lukte natuurlijk niet helemaal, maar ik mocht geen encyclopedie schrijven.

De meeste gebeurtenissen lepel ik op uit mijn geheugen, maar ik ben natuurlijk ook de boeken ingedoken op zoek naar zaken die een verhaal waard leken.

Word je door de geschiedenis ook wel eens verrast?

Ik word steeds maar weer verrast. Toen ik research ging doen voor mijn bundel, viel ik van de ene verbazing in de andere. Er is altijd zo ongelooflijk veel wat een mens niet weet! Weet je waar veel behartenswaardigs in staat? In kronieken, eigentijdse beschrijvingen die vaak sterk gekleurd zijn door de middeleeuwse auteur. Bijvoorbeeld de werken van Gregorius van Tours en van Beda. Kostelijk en heel informatief. Leest weg als een krant.

(Afbeelding bij het verhaal 'Kadaversynode', waarbij Paus Stefanus zijn overleden voorganger Paus Formosus liet opgraven voor een rechtszitting)

1f9b838a9f1a797ffdcd61fcfe77ef58.jpg

Soms lijkt het of de verteller het in je overneemt van de schrijver die een historisch feit vertelt.

Ik ben geen wetenschapper, ik ben een verteller van verhalen. Daar waar de historicus zich moet beperken, ga ik helemaal los. Ik houd mij nauwkeurig aan de historische setting, maar wat mensen binnen die setting hebben gevoeld en gedacht is ook bij historici niet bekend. Men heeft soms wel aanwijzingen, maar zeker weten doen we niets. Wat op schrift is gesteld over iemands gedachten- of gevoelsleven is niet altijd een afspiegeling van de werkelijkheid, eerder van de sociale wenselijkheid.

Mijn schrijven drijft op verwondering. Er gebeurde iets, hoe kon dat nou zo gebeuren? Wat zouden de betrokkenen hebben gedacht, hoe zouden ze zich hebben gevoeld? En als ik dan toch zelf mag bedenken wat er achter de coulissen gebeurde, ben ik niet te belazerd om een hele rits aan menselijke eigenaardigheden uit de kast te trekken. Gedurende de tweede helft van mijn werkzame leven was ik archivaris, maar tijdens de eerste twintig jaar was ik psychiatrisch verpleegkundige. In die periode heb ik mensen gezien in de volle schoonheid van hun gevoelsleven, maar ook in hun aberraties. Heel leerzaam en een inspiratiebron voor verhalenvertellers.

Hoe ga je nu te werk om fictie aan de feiten te koppelen?

Mijn inspiratie gaat als volgt: ik lig in bed of ik zit in bad, ik ben volkomen ontspannen. Associëren gaat als vanzelf, de ideeën stromen binnen. Ik doe er niets voor en laat alles gewoon op me afkomen. Na een tijdje half dromend voor me uit te kijken, spring ik plotseling overeind en mompel in mijn baard: “Dat is het, dat moet ik opschrijven.” Als ik eraan gedacht heb, ligt er een opschrijfboekje klaar en als ik onvoorbereid was, moet ik rennen naar mijn toetsenbord, anders vergeet ik de inval weer. Dat moet er soms gênant uitzien.

De inval betreft meestal de laatste alinea van het stuk. Dáár moet het verhaal naartoe, soms heb ik alleen maar een laatste zin in mijn hoofd. Achter mijn toetsenbord werk ik, aan de hand van die eindscène, een ruwe verhaallijn uit. Die lijn laat ik een tijdje voor wat hij is, de details vormen zich dan vanzelf.

Als ik begin aan het verhaal heb ik dus alleen die ruwe schets. Ik begin gewoon te vertellen, zelf ben ik ook heel benieuwd naar wat ik op ga schrijven. Terwijl ik type verandert de verhaallijn die ik had bedacht. Dat maakt me niet uit, het gaat mij niet om de planning, maar om de vertelling.

Doe je ook onderzoek naar de leefomstandigheden uit de tijd waarin het verhaal speelt?

Voor ieder verhaal raadpleeg ik – doorgaans wetenschappelijke – literatuur waarin het onderwerp uitgebreid aan de orde komt. Maar buiten het onderwerp om lees ik ook boeken over hoe men in het algemeen leefde. Wat at en dronk men, waren er tafelmanieren, hoe ging men gekleed, hoe zagen woningen en werkplaatsen eruit, wat werd er gebouwd en hoe zag dat eruit, over welke gereedschappen beschikte men? Maar ook: hoe was de gezinssamenstelling, hoe dacht men, waar geloofde men in, welke waren de mores?

Ik kan al die kennis niet kwijt in mijn vertellingen. Ik moet me beperken. Een schrijver van korte verhalen heeft maar een paar duizend woorden tot zijn beschikking, dus hij moet woekeren met details. Toch is kennis heel belangrijk als je met overtuiging een verhaal wilt neerzetten. De lezer prikt er echt doorheen als je maar wat zwatelt.

(Afbeelding bij het verhaal 'Het geschenk van Fredegonde'. Fredegonde was een ambitieuze koningin in het Frankische rijk en wil haar dochter Rigundis die de macht wil uitschakelen door haar een geschenk uit de schatkist te geven)

eccf9bb94855185b198f9f1c7eb71750.jpg

Vaak spiegelt het heden zich ook aan het verleden. Schrijf je de verhalen alleen om het verhaal te vertellen of is het ook je doel om bijvoorbeeld iets te zeggen over ‘het verdraaien van de feiten’ zoals de politici het doen. Of het ontwikkelen van nieuwe samenlevingen door bijvoorbeeld de Volksverhuizing in relatie tot de vluchtelingenproblematiek van nu. Voor mij wordt het boek daarmee actueel.

Ik ben een gedreven verteller en ik heb overal een mening over. Ik denk eigenlijk dat mensen niet veel leren van geschiedenis. Ze blijven de blunders uit het verleden vrolijk herhalen, menend dat ze heel nieuwe en eigentijdse fouten maken. Ik ben echt bang dat als we een houten paard buiten de stadsmuren zouden zetten, de goede burgers dat beest gewoon naar binnen zouden slepen, haha.

Menselijke gevoelens zijn van alle tijden. Ze zijn lang niet altijd ingegeven door cultuur, biologie speelt een cultuurloze rol. Jaloezie, machtswellust, bedrog, maar ook liefde en mededogen zien we terug in ieder tijdperk. Is een mens machtsbelust omdat hij dat geleerd heeft? Haat een mens omdat hij dat geleerd heeft of heeft hij lief omdat iemand dat heeft voorgedaan? Zou hij die gevoelens in een andere tijd en in een andere cultuur niet hebben ontwikkeld?

Het is gevaarlijk een hedendaagse visie op de maatschappij mee te nemen in een historisch verhaal. Je loopt zó tegen een anachronisme aan. Tijdens het schrijven probeer ik me altijd te verplaatsen in de denkwereld van toen. Mijn moderne ideeën laat ik dan achter in mijn eigen eeuw. Toch kan door de keuze van het onderwerp, een vertelling actueel worden. Het verhaal De redding, over de ondergang van de joodse gemeenschap in het Rijnland, is daar een voorbeeld van.

Waarom korte verhalen? Het ontneemt je toch de mogelijkheid om een verhaal mooi uit te werken en een bredere verhaallijn te ontwikkelen?

Een kortverhaal is eigenlijk een heel natuurlijke manier van vertellen. Kijk maar eens naar oude mythen, sagen, legenden, sprookjes en griezelverhalen. Vaak zijn dat korte vertellingen of raamvertellingen. Heel geschikt om mensen mee te vermaken als ze ’s avonds rond het vuur zitten. Een bundel korte verhalen moet je ook niet in één keer willen uitlezen. Iedere avond een verhaal voor het slapen gaan, da’s heel natuurlijk en ook lekker behapbaar.

Natuurlijk is het jammer als in een kortverhaal een karakter zich maar weinig kan ontwikkelen of als allerlei details moeten worden weggelaten. Daarom ben ik blij dat ik een novelle mocht schrijven voor mijn uitgever. Ik ben bezig aan een ‘lijvig’ verhaal over Harald Hardråde, een Noorse krijger-vorst, men noemt hem ook wel de laatste Vikingkoning. In dat stuk leef ik me lekker uit op de groei van de hoofdpersoon en op details die het verhaal kleuren.

Die novelle verschijnt volgend jaar in een bundel waarvoor ook Marjolijn van de Gender en Key Tengeler een lang verhaal schrijven. Eerder werkten zij al mee aan de Oudheidbundel.

Na de novelle staat er een raamvertelling op stapel. Dat boek schrijf ik dan weer in mijn eentje. Ik kan daar nog niet te veel over verklappen, behalve dan dat de verhalen zich afspelen langs de fameuze Zijderoute.

(Afbeelding bij het verhaal Orban, de meesterkanonnenbouwer. Hij bouwt het grootste kanon ter wereld dat ingezet moet worden om Constantionopel in te nemen)

c484f92934ef75a669278c645e20478c.jpg

Wat is typisch Paul Christiaan Smis? Ik merk dat je voor je verhalen steeds een ander vertelperspectief kiest en er in ieder verhaal wel iets van een conflict zit.

Ja, verhalen gaan over conflicten. Iemand wil iets en hij doet een poging om dat te bereiken. Of die poging slaagt of faalt doet er voor het verhaal eigenlijk niet toe, als de hoofdpersoon zijn conflict maar te lijf gaat. Terwijl hij dat doet, valt hij ten prooi aan allerlei overwegingen en gevoelens. Ik richt me op het inkleuren van die gedachten en emoties.

Natuurlijk waak ik ervoor dat de vertelling, na de oplossing van het conflict, als een nachtkaars uitgaat. Het eind van het verhaal moet krachtig zijn. Als de lezer er later aan terugdenkt, moet het slot hem nog helder voor de geest staan.

Ik besteed aandacht aan een natuurlijke vertelstijl. Dialogen moeten passen bij de rollen van de personages. Een werkman moet niet spreken als een vorst en een monnik praat niet als een viswijf.

Verder vind ik het belangrijk dat ik niet al te vertellend word, ik hecht eraan te laten zien wat er in het verhaal gebeurt. Vergelijk dit maar eens:

Jan brandde zijn hand aan de steelpan die hij zojuist van het fornuis had genomen. Dat deed die arme jongen enorm veel pijn.

… met dit:

Geschrokken liet Jan de steelpan vallen. Hij keek naar zijn hand en zag de afdruk die het gloeiendhete handvat daarop had achtergelaten. Even voelde hij niets, toen vrat de pijn zich door de opperhuid naar de onderliggende zenuwen. Gillend en wapperend met zijn gekwetste hand danste de jongen door de keuken.

Wat heb je met deze bundel verhalen de lezer willen meegeven? Waarom moest deze verhalenbundel geschreven worden?

Ik moet en zal vertellen. Daarnaast denk ik zo het mijne over geschiedenis. Ja, het staat zo opgeschreven, maar wat zat erachter? Niet in de grote lijnen, die zijn bekend, maar in de kleinste krochten en gaatjes. Heb ik jullie wel eens verteld over … Nee? Ga dan zitten en luister.

Over mijn schrijverschap kun je lezen in mijn blog De knik: http://www.oudenamen.nl/428149022.

Credits foto's:

Portretfoto auteur: Cara Yuan

Kadaversynode (Wikipedia):

Jean Paul Laurens, Paus Formosus en Stefanus VII, 1870

Het geschenk van Fredegonde (Wikipedia):
Fredegund and Rigunth, steel engraving from Mme de Witt, Vieilles histoires de la patrie, 1887

Orban (Historia)
Grootste kanon ter wereld doorboorde Constantinopel

 



Reacties op: Paul Christiaan Smis: “Ik verplaats me in de denkwereld van toen”

Meer informatie

Gerelateerd

Over

Paul Christiaan Smis

Paul Christiaan Smis

Paul Christiaan Smis is schrijver van historische fictie. Van zijn hand verschen...